In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 26 april 2019 uitspraak gedaan in een procedure die voortvloeide uit een Europees betalingsbevel. Eiser, vertegenwoordigd door mr. A.C.M. Verhoeven, heeft verzocht om aanpassing van de partij-aanduiding in het vonnis, omdat gedaagde, die niet verschenen was op de comparitie, handelde onder de naam van een eenmanszaak. De procedure was gestart naar aanleiding van een Europees betalingsbevel dat door de rechtbank Den Haag was afgegeven. Gedaagde had verweer gevoerd tegen dit betalingsbevel, maar was niet verschenen op de comparitie van partijen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er een verkoopovereenkomst bestond tussen eiser en gedaagde, waarbij eiser halal vlees had geleverd en een factuur had gestuurd voor een bedrag van € 4.987,49. Eiser vorderde betaling van dit bedrag, inclusief rente en een contractuele boete. Gedaagde voerde aan dat hij het niet eens was met de kwaliteit en prijs van de geleverde producten, maar heeft dit verweer onvoldoende onderbouwd. De kantonrechter heeft het verzoek van eiser om de partij-aanduiding aan te passen toegewezen en gedaagde veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, inclusief proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.