ECLI:NL:RBROT:2019:3260
Rechtbank Rotterdam
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot wraking van rechters in bestuursrechtelijke procedure
Op 14 maart 2019 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een wrakingsprocedure waarbij verzoeker niet-ontvankelijk is verklaard in zijn verzoek tot wraking van de rechters P.C. Santema en J.F. Koekebakker. Verzoeker had eerder, op 15 november 2018, een wrakingsverzoek ingediend tegen mr. C.A.F. van Ginneken, dat door de wrakingskamer was afgewezen. Op 16 januari 2019 heeft verzoeker een beroep gedaan tegen de Belastingdienst/Toeslagen, waarbij hij ook mr. A.I. van Strien heeft gewraakt. De wrakingskamer heeft verzoeker op 17 januari 2019 geïnformeerd over de samenstelling van de wrakingskamer voor de zitting op 6 februari 2019, maar verzoeker heeft zijn wrakingsverzoek pas bijna drie weken later ingediend, wat niet tijdig was volgens de geldende regels. De wrakingskamer oordeelde dat verzoeker geen concrete feiten of omstandigheden had aangevoerd die een grond voor wraking konden opleveren en dat hij misbruik maakte van het wrakingsinstrument. De rechtbank heeft daarom besloten dat verdere wrakingsverzoeken van verzoeker in de lopende procedure niet meer in behandeling worden genomen.