Eisers in conventie vorderen - na wijziging van eis - bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I. voor recht te verklaren dat de kadastrale grens zoals door het Kadaster op 3 januari 2012 en 8 augustus 2016 is vastgesteld de erfgrens vormt tussen de percelen B-2023 , B-4409 ,
B-2149 en B-4410 en dat er sprake is van ingebruikneming en overbouw door gedaagden ten laste van [eiser 1] over de volledige lengte van de erfgrens tussen het perceel B-2149 te Ouddorp met percelen B-2023 en B-4409 te Ouddorp tot een diepte van circa 3,6 meter en ten laste van de familie [naam familie 1] dan wel [eiser 5] over de volledige erfgrens aan de westelijke zijde tussen het perceel B-4409 te Ouddorp met het perceel B-4410 te Ouddorp tot een diepte van circa 0,2 meter;
II. gedaagden te veroordelen aan het Kadaster de opdracht te geven om de kadastrale erfgrenzen in het veld aan te brengen tussen perceel B-4410 en hun perceel B-4409 , alsmede tussen perceel B-2149 en hun percelen B-4409 en B-2023 , zulks op straffe van € 1.000,- per dag dat [gedaagde 1] c.s. daarmee in gebreke blijven vanaf het moment dat veertien dagen zijn verstreken na betekening van het in deze zaak te wijzen vonnis met een maximum van
€ 50.000,-;
III. [gedaagde 1] c.s. te veroordelen tot het verwijderen van al hetgeen is overgebouwd, te weten in ieder geval doch niet uitsluitend een hekwerk en een speeltoestel alsmede de strook grond volledig te ontruimen, zulks op straffe van € 2.000,- per dag dat [gedaagde 1] c.s. daarmee in gebreke blijven vanaf het moment dat veertien dagen zijn verstreken na betekening van het in deze zaak te wijzen vonnis met een maximum van € 100.000,-;
IV. [gedaagde 1] c.s. te veroordelen hun medewerking te verlenen aan het plaatsen van een erfafscheiding op de kadastrale erfgrenzen en [gedaagde 1] c.s. te veroordelen om alle obstakels te verwijderen in en boven de grond met een straal van vijftig centimeter gemeten vanaf de erfgrenzen, zulks op straffe van € 1.000,- per dag dat [gedaagde 1] c.s. daarmee in gebreke blijven vanaf het moment dat veertien dagen zijn verstreken na betekening van het in deze zaak te wijzen vonnis met een maximum van € 50.000,-;
V. [gedaagde 1] c.s. te veroordelen tot betaling van de helft van de kosten van de erfafscheiding tussen percelen B-4409 en B-4410 aan familie [naam familie 1] , althans tot betaling van een bedrag van € 4.635,23 en [gedaagde 1] c.s. te veroordelen tot betaling van de helft van de kosten van de erfafscheiding tussen perceel B-2149 en percelen B-4409 en B-2023 aan [eiser 1] , althans tot betaling van een bedrag van € 2.853,80;
VI. [gedaagde 1] c.s. te veroordelen om alle bomen op de percelen B-2023 en B-4409 te verwijderen die binnen twee meter staan van de kadastrale erfgrens van de percelen B-2149 en B-4410 , zulks op straffe van € 1.000,- per dag dat [gedaagde 1] c.s. daarmee in gebreke blijven vanaf het moment dat veertien dagen zijn verstreken na betekening van het in deze zaak te wijzen vonnis met een maximum van € 50.000,-;
VII. [gedaagde 1] c.s. te veroordelen tot betaling aan [eiser 1] van de gemaakte kadasterkosten van € 1.300,-;
VIII. primair, [gedaagde 1] c.s. te veroordelen tot betaling aan eisers van de werkelijke proceskosten van eisers op te maken bij staat, subsidiair [gedaagde 1] c.s. te veroordelen in de kosten van de procedure conform het liquidatietarief met bepaling dat indien deze kosten niet binnen twee weken na betekening van dit vonnis zijn betaald, [gedaagde 1] c.s. daarover de wettelijke rente zijn verschuldigd vanaf dat moment tot aan de dag der algehele voldoening;
IX. [gedaagde 1] c.s. te veroordelen in de na het vonnis ontstane kosten, begroot op € 131,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen met, onder de voorwaarde dat [gedaagde 1] c.s. niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis hebben voldaan en er vervolgens betekening van het vonnis plaats heeft gevonden, een bedrag van € 68,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van het vonnis, met bepaling dat indien deze kosten niet binnen twee weken na betekening van dit vonnis zijn betaald, [gedaagde 1] c.s. daarover de wettelijke rente zijn verschuldigd vanaf dat moment tot aan de dag der algehele voldoening.