ECLI:NL:RBROT:2019:2923

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
4 januari 2019
Publicatiedatum
15 april 2019
Zaaknummer
10.187825.18
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het vervoeren van heroïne en hennep met gevangenisstraf

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 4 januari 2019 uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het vervoeren van 2,5 kilo heroïne en 200 gram hennep. De verdachte, geboren in Frankrijk en niet ingeschreven in de basisregistratie, was ten tijde van de zitting preventief gedetineerd in de PI Vught. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van 14 maanden, maar de rechtbank oordeelde dat de verdachte opzettelijk de heroïne en hennep had vervoerd en legde een gevangenisstraf van 12 maanden op. De rechtbank oordeelde dat de verdachte de drugs vervoerde voor eigen gebruik of voor onbekende derden, en dat zijn verklaring over de omstandigheden van het vervoer ongeloofwaardig was. De rechtbank achtte de feiten wettig en overtuigend bewezen, ondanks de ontkenning van de verdachte. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, maar zag geen aanleiding om de straf te matigen. De verdachte had geen eerdere veroordelingen in Nederland, maar wel in Frankrijk met betrekking tot drugs. De rechtbank besloot tot verbeurdverklaring van in beslag genomen telefoons en gelastte de teruggave van een telefoon aan de verdachte.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummer: 10.187825.18
Datum uitspraak: 04 januari 2019
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] (Frankrijk) op [geboortedatum verdachte] ,
niet ingeschreven in de basisregistratie personen,
verblijvende op het adres:
[verblijfadres verdachte] , [verblijfplaats verdachte] (Frankrijk),
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in:
de PI Vught, Vosseveld 2 Huis van Bewaring Regulier, locatie Vught,
raadsman mr. E. Kok, advocaat te Rotterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 21 december 2018.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. L. Verhoeven heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder 1 en 2 ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 14 maanden met aftrek van voorarrest.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Bewijswaardering ten aanzien van feit 1 en 2
4.1.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat het onder 1 en 2 ten laste gelegde wettig en overtuigend kan worden bewezen. Ten aanzien van feit 1 dient de verdachte te worden vrijgesproken van het medeplegen omdat de heroïne enkel door de verdachte is vervoerd.
4.1.2.
Standpunt verdediging
De verdachte heeft ter terechtzitting elke betrokkenheid ontkend. Namens hem is primair vrijspraak bepleit ten aanzien van de ten laste gelegde feiten wegens het ontbreken van wettig en overtuigend bewijs. Daartoe is aangevoerd dat de eerdere bekennende verklaring van de verdachte bij de politie onder dwang van medegedetineerden is afgelegd. De verdachte was echter niet op de hoogte van de aanwezigheid van de drugs en deze waren dusdanig verstopt dat hij dat ook niet had kunnen zien.
Subsidiair heeft de raadsman bepleit dat er geen sprake is geweest van vervoershandelingen dan wel uitvoeringshandelingen van de drugs door de verdachte. Daartoe is aangevoerd dat uit niets blijkt dat de verdachte opzet had op het vervoeren hiervan. Ten aanzien van feit 2 voert de raadsman aan dat nergens uit blijkt dat de verdachte de hennep over de grens wilde vervoeren.
4.1.3.
Beoordeling
Op 20 september 2018 vindt een internationale politieactie plaats gericht op het terugdringen van drugsgerelateerde overlast op snelwegen. In dit kader wordt na een achtervolging een Franse auto aangehouden waarin vermoedelijk hennep en heroïne worden aangetroffen. Na weging en test blijkt het te gaan om in totaal 196,5 gram hennep en 2.519 bruto (2399,3 netto) gram heroïne. De vier Franse inzittenden, waaronder de verdachte, ontkennen aanvankelijk iets met de drugs te maken te hebben. De verdachte bekent later bij de politie dat hij op de hoogte was van de aanwezigheid van heroïne omdat hij de opdracht had die in Breda af te leveren. In ruil daarvoor heeft hij 200 gram wiet gekregen en zou hij nadien € 500,00 ontvangen.
Ter terechtzitting heeft de verdachte de ten laste gelegde feiten ontkend. De bedreigingen die volgens de verdachte tot zijn bekennende verklaring hebben geleid, zouden in eerste instantie door hem onbekende medegedetineerden door middel van gebaren zijn overgebracht. Later verklaart de verdachte dat een tussenpersoon de dreigementen heeft vertaald. De rechtbank acht deze verklaring van de verdachte volstrekt ongeloofwaardig. De rechtbank gaat derhalve voorbij aan het feit dat de verdachte ter zitting op zijn bekennende verklaring is teruggekomen. Dit in samenhang bezien met het feit dat de drugs zijn aangetroffen in de auto waarin de verdachte zat, maakt dat de rechtbank de verklaring van de verdachte bij de politie, voor zover het betreft de wetenschap van de aanwezigheid van de drugs, aannemelijk acht en dit als uitgangspunt neemt.
Om misverstanden te voorkomen: de rechtbank volgt de verklaring van de verdachte alleen voor zover het betreft het punt van zijn wetenschap. Het verhaal dat hij door twee hem onbekende Marokkanen in Rotterdam is benaderd om de drugs te vervoeren, dat hij hen de auto heeft meegegeven en dat zij de drugs erin hebben opgeborgen en later de auto hebben teruggegeven, is, zoals de raadsman terecht aanvoert, ongeloofwaardig. Anders dan de raadsman ziet de rechtbank hierin niet meer dan dat de verdachte niet heeft willen vertellen hoe hij aan de drugs kwam en of hij in Frankrijk is aangestuurd door derden om de drugs te halen. De rechtbank gaat er dan ook vanuit dat de verdachte de drugs vervoerde voor zichzelf dan wel voor onbekend gebleven derden.
Het verweer dat de verdachte geen opzet had op het vervoer van de drugs, vindt zijn weerlegging in het voorgaande. Het verweer ten aanzien van feit 2 dat niet is gebleken dat de verdachte de hennep buiten Nederland wilde brengen, vindt weerlegging in de verklaring van de verdachte op de terechtzitting dat de bestemming van de auto Frankrijk was.
Gelet op de hiervoor vermelde omstandigheden, in onderlinge samenhang bezien, acht de rechtbank de ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen.
4.1.4.
Conclusie
Wettig en overtuigend bewezen is dat de verdachte de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten heeft begaan.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1.
hij op 20 september 2018 te Dordrecht, opzettelijk heeft vervoerd, ongeveer
2399,3gram, zijnde heroïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
2
hij op 20 september 2018 te Dordrecht, opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht ongeveer 196,5 gram, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, enf opzettelijk heeft vervoerd, een hoeveelheid van ongeveer 196,5 gram, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de bewezenverklaarde tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.

5.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
1.
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod
2.
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder A van de Opiumwet gegeven verbod
en
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft zich op 20 september 2018 schuldig gemaakt aan het vervoeren van ruim 2,5 kilo heroïne en 200 gram hennep, waarvan in ieder geval de hennep bestemd was voor de uitvoer . Door dit handelen heeft verdachte zich begeven op het terrein van de handel in verdovende middelen. Hij heeft aldus een bijdrage geleverd aan de instandhouding van het criminele drugscircuit. Door de verspreiding en het gebruik van drugs wordt de volksgezondheid ernstig bedreigd. Feiten als deze brengen bovendien onrust voor de samenleving met zich en zijn maatschappelijk gezien onaanvaardbaar. Ten slotte leidt handel in en gebruik van drugs veelal, direct en indirect, tot vele andere vormen van criminaliteit, waaronder ernstige geweldscriminaliteit. Verdachte heeft hiervoor geen oog gehad en was kennelijk slechts uit op eigen (financieel) voordeel.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 24 september 2018, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld in Nederland. De rechtbank heeft echter eveneens kennis genomen van het resultaat van een bevraging van het European Criminal Records Information System (ECRIS) van 25 september 2018, waaruit valt af te leiden dat verdachte eerder in Frankrijk is veroordeeld met betrekking tot drugs.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van de feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd. De raadsman heeft verzocht om rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder dat hij voor zijn zieke moeder zorgt en in moeilijke omstandigheden is opgegroeid. De rechtbank ziet geen aanleiding om hier in het voordeel van de verdachte rekening mee te houden gelet op voornoemde omstandigheden.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.

8.In beslag genomen voorwerpen

8.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de in beslag genomen telefoons waarvan de eigenaar niet bekend is, die zijn aangetroffen in de auto, verbeurd te verklaren. De personenauto met het kenteken [kenteken nummer] is inmiddels overgedragen aan de douane.
8.2.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft geen standpunt ingenomen met betrekking tot de in beslag genomen voorwerpen.
8.3.
Beoordeling
Ten aanzien van de in beslag genomen telefoon (omschrijving: wit, merk: Huawei, chassisnr.: [chassisnummer 1] ) zal een last worden gegeven tot teruggave aan de verdachte.
Ten aanzien van de overige in beslag genomen telefoons zal de bewaring worden gelast ten behoeve van de rechthebbende, nu thans geen persoon als rechthebbende kan worden aangemerkt. Dit betreffen de telefoons met de volgende kenmerken:
telefoontoestel - omschrijving: registratienummer [registratienummer 1] , Grijs, merk: Samsung, chassisnr.: [chassisnummer 2]
1 telefoontoestel - omschrijving: registratienummer [registratienummer 2] , wit, chassisnr.: [chassisnummer 3]
1 telefoontoestel - omschrijving: registratienummer [registratienummer 3] , wit, merk: Apple
1 telefoontoestel - omschrijving: registratienummer [registratienummer 4] , blauw, merk: Samsung, chassisnr.: [chassisnummer 4]
1 telefoontoestel - omschrijving: Nokia
1 telefoontoestel - omschrijving: registratienummer [registratienummer 5] , grijs, merk: Apple
1 telefoontoestel - omschrijving: registratienummer [registratienummer 6] mini telefoon, Long CZ
1 telefoontoestel - omschrijving: zwart, merk: Logicom
1 telefoontoestel - omschrijving: registratienummer [registratienummer 7] , roze, merk: Wiko Lubi 4, chassisnr.: [chassisnummer 5] .

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 33, 33a, 47 en 57 van het Wetboek van Strafrecht en artikelen 2, 3, 10 en 11 van de Opiumwet.

10.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte het de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
-
gelast de teruggave aan verdachte van: 1 telefoontoestel - omschrijving: wit, merk: Huawei, chassisnr.: [chassisnummer 1]
- gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbende van:
1. telefoontoestel - omschrijving: registratienummer [registratienummer 1] , Grijs, merk: Samsung, chassisnr.: [chassisnummer 2]
1. telefoontoestel - omschrijving: registratienummer [registratienummer 2] , wit, chassisnr.: [chassisnummer 3]
1. telefoontoestel - omschrijving: registratienummer [registratienummer 3] , wit, merk: Apple
1. telefoontoestel - omschrijving: registratienummer [registratienummer 4] , blauw, merk: Samsung, chassisnr.: [chassisnummer 4]
1. telefoontoestel - omschrijving: Nokia
1. telefoontoestel - omschrijving: registratienummer [registratienummer 5] , grijs, merk: Apple
1. telefoontoestel - omschrijving: registratienummer [registratienummer 6] mini telefoon, Long CZ
1. telefoontoestel - omschrijving: zwart, merk: Logicom
1. telefoontoestel - omschrijving: registratienummer [registratienummer 7] , roze, merk: Wiko Lubi 4, chassisnr.: [chassisnummer 5] .
Dit vonnis is gewezen door:
mr. N. Doorduijn, voorzitter,
en mrs. C. Laukens en P.E. van Althuis, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J. van Twist, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De oudste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
hij op of omstreeks 20 september 2018 te Dordrecht en/of te Rotterdam, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, ongeveer 2519 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne, zijnde heroïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2
hij op of omstreeks 20 september 2018 te Dordrecht en/of te Rotterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht ongeveer 196,5 gram, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet en/of opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, een hoeveelheid van ongeveer 196,5 gram, in elk geval een hoeveelheid van
meer dan 30 gram hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.