Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis van de officier van justitie
- bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden met aftrek van het voorarrest, waarvan 3 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar.
4.Waardering van het bewijs
20 april 2017 een doorzoeking plaats. waarbij een geldbedrag, een keukenweegschaal en 94 gram cocaïne zijn aangetroffen.
5.Strafbaarheid van de feiten
1. opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, en
2. opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod
6.Strafbaarheid van de verdachte
7.Motivering van de straf
21 februari 2019, waaruit blijkt dat de verdachte eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten. Dit werkt strafverzwarend.
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Bijlagen
10.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 12 (twaalf) maanden;
6 (zes) maandenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;