7.3.2.Rapportages
Psychiater dr. B.A. Blansjaarheeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 12 oktober 2018. Dit rapport houdt onder meer het volgende in.
Differentiaal diagnostische overwegingen
De bevindingen van het onderzoek en de beschikbare gegevens bevestigen de eerder bij de onderzochte gestelde diagnose schizofrenie. De primair psychotische stoornis van de onderzochte heeft waarschijnlijk een ernstiger beloop gehad door zijn stoornis in het gebruik van cannabis en alcohol.
Forensisch psychiatrische beschouwing
De onderzochte heeft bij de verhoren en in het onderzoek min of meer gelijkluidend verklaard dat hij zijn moeder medicijnen in haar koffie heeft gegeven omdat hij haar de effecten hiervan wilde laten ervaren. Hij moest deze medicijnen op haar aandrang steeds nemen. Gezien de bevindingen van het onderzoek en de gegevens van de beschikbare stukken, kwam zijn irritatie daarover en zijn vijandigheid ten opzichte van zijn moeder voort uit psychotische belevingen tijdens een ziekte-episode die is veroorzaakt door schizofrenie en mogelijk uitgelokt en verergerd door gebruik van alcohol en cannabis. Door beperkingen ten gevolge van zijn schizofrenie is de onderzochte niet goed in staat zich te verzetten tegen zijn afhankelijkheid van alcohol en cannabis. Wel kan hem zijn medicatie-ontrouw voorafgaand aan het ten laste gelegde enigermate worden aangerekend, omdat hij door eerdere ervaringen wist of in ieder geval had kunnen weten dat zonder medicatie zijn risico op psychotische ontregeling met ziekelijke achterdocht, achtervolgingswaan en agressief gedrag veel groter is. De recidivekans wordt als matig verhoogd ingeschat.
Geadviseerd wordt de onderzochte het ten laste gelegde slechts in beperkte mate toe te rekenen; er is sprake geweest van (sterk) verminderde toerekenbaarheid. De kans op herhaling van soortgelijke en andere strafbare feiten kan worden beperkt door klinische behandeling van de schizofrenie en de stoornis in het gebruik van middelen van de onderzochte, in een gesloten forensische setting, gevolg door resocialisatie naar begeleid wonen met ambulante nazorg.
Geadviseerd wordt de onderzochte door bijzondere voorwaarden bij een grotendeels voorwaardelijke straf te verplichten mee te werken aan klinische behandeling in een Forensisch Psychiatrische Afdeling en aan resocialisatie naar begeleid wonen, met ambulante nazorg onder toezicht van de reclassering. Plaatsing van de onderzochte in de Forensisch Psychiatrische Afdeling van GGZ Parnassia te Den Haag verdient de voorkeur gezien zijn eerder goed verlopen behandeling daar.
Psycholoog M.H. de Grootheeft een rapport over de verdachte opgemaakt gedateerd 29 oktober 2018. Dit rapport houdt onder meer het volgende in.
Forensisch psychologische beschouwing
Ten tijde van het plegen van het ten laste gelegde was er bij de onderzochte sprake van schizofrenie, een stoornis in het gebruik van alcohol en een stoornis in het gebruik van cannabis. Deze stoornissen beïnvloedden de gedragskeuzes en gedragingen van de onderzochte ten tijde van het ten laste gelegde.
De rapporteur adviseert de ten laste gelegde feiten in verminderde mate toe te rekenen.
Zorgprognose en beïnvloedingsmogelijkheden
De kans op recidive voor soortgelijke feiten wordt momenteel als matig tot verhoogd omschreven. Deze kans kan naar de mening van de rapporteur verlaagd worden door de psychiatrische behandeling die hij momenteel in het PPC krijgt te continueren via klinische behandeling elders, met voldoende beveiliging. Ten tijde van het onderzoek blijkt de ernst van de psychose wel af te nemen, maar deze is nog niet verdwenen. Van belang is dat de onderzochte nog beter leert accepteren dat hij anti-psychotische medicatie blijft gebruiken, ook in tijden waarin hij meent dat het goed met hem gaat. Dit kan onder meer gebeuren door psycho-educatie. In de resocialisatie fase kan toegewerkt worden naar ontslag, waarbij er zo mogelijk voorzieningen met betrekking tot het wonen gerealiseerd dienen te worden, zo mogelijk in een beschermde of begeleide woonvorm.
Geadviseerd wordt betrokkene de gelegenheid te geven de psychiatrische behandeling te laten continueren in een psychiatrische instelling, bij voorkeur in eerste instantie op een FPA (Forensisch-Psychiatrische Afdeling), waar de behandelsituatie voldoende beveiliging biedt. In een later stadium van de behandeling kan betrokkene eventueel overgeplaatst worden naar een reguliere behandelafdeling, maar er kan ook toegewerkt worden naar ambulante vervolgbehandeling. De klinische behandeling kan in eerste instantie heel goed plaatsvinden in het kader van een bijzondere voorwaarde bij een voorwaardelijk strafdeel, met toezicht van de reclassering.
Reclassering Nederlandheeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 29 november 2018. Dit rapport houdt onder meer het volgende in.
Advies
De reclassering conformeert zich aan het advies van de beide Pro Justitia rapporteurs. De bijzondere voorwaarden en de invulling daarvan zijn besproken met en mede tot stand gekomen na overleg met de heer Blansjaar, rapporterend psychiater.
Bij een veroordeling adviseert de reclassering een (deels) voorwaardelijke gevangenisstraf met de onderstaande bijzondere voorwaarden:
- meldplicht bij de reclassering;
- opname in zorginstelling Fivoor FPA of een soortgelijke zorginstelling;
- ambulante behandeling (met mogelijkheid tot kortdurende klinische opname) bij GGZ Fivoor of een soortgelijke zorgverlener;
- begeleid wonen of maatschappelijke opvang. De reclassering wil bij deze bijzondere voorwaarde benadrukken dat de nader te indiceren instelling een instelling betreft waarvoor een forensisch kader geldt. In een dergelijke woonvorm geldt dat er binnen een omgeving van steun en structuur in verschillende fasen wordt toegewerkt naar het ontwikkelen van zelfredzaamheid en zelfstandigheid van de cliënt. Naast het naleven van de huisregels, wordt er op toegezien dat de cliënt zich aan de bijzondere voorwaarden houdt.
Geadviseerd wordt om de dadelijke uitvoerbaarheid van de gestelde voorwaarden en het uit te oefenen toezicht te bevelen. De kans is aanwezig dat de betrokkene opnieuw een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen – of gevaar veroorzaakt voor – de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen.
De rechtbank heeft acht geslagen op deze rapporten.