ECLI:NL:RBROT:2019:2509
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in zaak van mensensmokkel door verdachte zonder wettig bewijs
Op 8 maart 2019 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van mensensmokkel. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, geboren in Irak en woonachtig in Londen, niet als ingezetene in Nederland was ingeschreven en geen bekende verblijfplaats had. Tijdens de zitting is de tenlastelegging besproken, waarbij de officier van justitie, mr. L.L. van Delft, vrijspraak heeft gevorderd. De rechtbank heeft de bewijswaardering uitgevoerd en is tot de conclusie gekomen dat het ten laste gelegde feit niet wettig en overtuigend is bewezen. Hierdoor heeft de rechtbank besloten de verdachte vrij te spreken zonder nadere motivering. De beslissing is genomen in een meervoudige kamer voor strafzaken, waarbij de rechtbank heeft geoordeeld dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen voor de tenlastegelegde feiten van mensensmokkel. Het vonnis is openbaar uitgesproken en de bijlagen met de tenlastelegging zijn aan het vonnis gehecht.