Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1, 2, 3 en 4 tenlastegelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 8 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren.
4.Waardering van het bewijs
Ten aanzien van het onder 4 tenlastegelegde
€ 1.951,-, op 8 november € 961,-, op 21 november 2016 € 400,- en op 8 december 2016
€ 3.500,-.
hij op tijdstippen in de periode van 1 juli 2016 tot en met 1 januari 2017 in Nederland telkens een ander opzettelijk middelen heeft verschaft, die geheel of gedeeltelijk, onmiddellijk of middellijk, dienden om geldelijke steun te verlenen aan het plegen van een terroristisch misdrijf of een misdrijf ter voorbereiding of vergemakkelijking van een terroristisch misdrijf, te weten:
terwijl deze geldbedragen telkens bestemd waren om geldelijke steun te verlenen aan de gewapende Jihadstrijd en/of strijders van die gewapende Jihadstrijd in Syrië, in welke strijd terroristische misdrijven worden gepleegd, te weten ten behoeve van [naam 1] en/of [naam 2] , zijnde de broers van verdachte en strijders van de gewapende Jihadstrijd, te weten van een terroristische organisatie IS, welke strijders en organisatie tot oogmerk hadden/hebben het plegen van terroristische misdrijven, en aldus dienden om geldelijke steun te verlenen aan de gewapende strijd in Syrië;
hij in de periode van 1 juli 2016 tot en met 9 december 2016 in Nederland, meermalen,
ida 2011 juncto artikel 2 en artikel 4 van Verordening (EG) nr. 881/2002 van de Raad van de Europese unie van 27 mei 2002 (jo artikel 1 Uitvoeringsverordening (EU) nr. 632/2013 van de Commissie en jo artikel 1 Uitvoeringsverordening (EU) nr. 583/2014 van de Commissie en jo artikel 1 Uitvoeringsverordening (EU) nr. 630/2014 van de Commissie), en/of juncto artikel 2 van Verordening (EU) nr. 2016/1686 van de Raad van de Europese Unie van 20 september 2016 heeft gehandeld door ten behoeve van Islamic State in Iraq and the Levant, zijnde een groep of entiteit als bedoeld in de bij Verordening nr. 881/2002 en Uitvoeringsverordening (EU) nr. 632/2013 en Uitvoeringsverordening (EU) Nr. 583/2014 en Uitvoeringsverordening (EU) nr. 630/2014) behorende lijsten en/of als bedoeld in de lijst, vastgesteld door het comité, bedoeld in paragraaf 6 van Resolutie 1267 van de Veiligheidsraad van de Verenigde
hij op 12 juni 2018 te Utrecht een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1
5.Strafbaarheid feiten
1.
financieren van terrorisme, meermalen gepleegd;
2.
overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 2 van de Sanctiewet 1977, opzettelijk begaan, meermalen gepleegd;
3.
overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 2 van de Sanctiewet 1977, opzettelijk begaan, meermalen gepleegd;
4.
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II.
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straffen
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Bijlagen
10.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 100 (honderd) dagen;
niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzijde rechter later anders mocht gelasten;
240 (tweehonderdenveertig) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
234 (tweehonderdvierendertig) urente verrichten taakstraf resteert;
117 dagen.
Hij (op één of meer tijdstippen) in of omstreeks de periode van 1 juli 2016 tot en met 1
te weten ten behoeve van [naam 1] en/of [naam 3] en/of [naam 2]
Hij (op één of meer tijdstippen) in of omstreeks de periode van 1 juli 2016 tot en met 9
doel of tot gevolg hebben de bepalingen van artikel 2 van Verordening (EG) nr. 881/2002
te omzeilen, doordat hij en/of zijn medeverdachte(n)
- € 1.951,-- (op 28 september 2016) en/of
Hij op of omstreeks 12 juni 2018 te Utrecht en/of elders in Nederland, tezamen en in