Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van de feiten 1, 2, 3, 4, 5 en 6;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar.
4.De verdediging
5.Waardering van het bewijs
wapens en munitie, te weten
wapens en
munitie, te
6.Strafbaarheid feiten
1. WITWASSEN;
2. OPZETTELIJK HANDELEN IN STRIJD MET HET IN ARTIKEL 2, ONDER C, VAN DE OPIUMWET GEGEVEN VERBOD;
3. HANDELEN IN STRIJD MET ARTIKEL 26, EERSTE LID, VAN DE WET WAPENS EN MUNITIE;
5. HANDELEN IN STRIJD MET ARTIKEL 26, EERSTE LID, VAN DE WET WAPENS EN MUNITIE EN HET BEGAAN MET BETREKKING TOT EEN VUURWAPEN VAN CATEGORIE III
6. HANDELEN IN STRIJD MET ARTIKEL 26, EERSTE LID, VAN DE WET WAPENS EN MUNITIE.
7.Strafbaarheid verdachte
8.Motivering straffen en maatregel
9.In beslag genomen voorwerpen
- verbeurdverklaring van het geldbedrag (€ 52.830,00) en de auto (Volvo S80);
- onttrekking aan het verkeer van de wapens, de wapenonderdelen en de munitie.
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Bijlagen
12.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 9 (negen )maanden;
- verklaart verbeurd als bijkomende straf voor feit 1: een geldbedrag van € 52.830,00 en een
één of meer tijdstippenin de periode van 1 december 2013 tot en met 15 september 2018, te gemeente Rotterdam, althans in Nederland,
gedurende één of meer tijdstippen in de periode van 1 december 2013 tot en met 15 september 2018, te gemeente Rotterdam