2.1.Na eiswijziging vordert [eiser 1] c.s. dat de rechtbank bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
primair:
I. [gedaagde 1] c.s. hoofdelijk zal veroordelen om binnen één week na betekening van het in deze zaak te wijzen vonnis, althans met ingang van een zodanige datum als de rechtbank geraden acht, het perceel plaatselijk bekend [adres 1] in Capelle aan den IJssel, kadastraal bekend gemeente Capelle aan den IJssel, sectie A nummer [kadasternummer 1] , met al het hunne en de hunnen te ontruimen en te verlaten en ontruimd en verlaten te houden, meer in het bijzonder door het pad dat zij op dat perceel hebben aangelegd, alsmede de verhoogde border te verwijderen en verwijderd te houden;
op straffe van een dwangsom van € 500,- per dag of gedeelte daarvan dat [gedaagde 1] c.s. in gebreke blijft aan deze veroordeling te voldoen, de eerste dag daaronder begrepen, met een maximum van € 10.000,-;
met machtiging, voor zover vereist, van [eiser 1] c.s. om, zo [gedaagde 1] c.s. mocht nalaten aan deze veroordeling te voldoen, de nakoming daarvan te (doen) bewerkstelligen met behulp van de sterke arm, overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 556 lid 1 en 557 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering;
althans een zodanige veroordeling uit te spreken, zoveel mogelijk in lijn met het hiervoor gevorderde, als de rechtbank in goede justitie zal vermenen te behoren;
subsidiair:
II. [gedaagde 1] c.s. hoofdelijk te veroordelen om binnen één week na betekening van het in deze zaak te wijzen vonnis, althans met ingang van een zodanige datum als de rechtbank geraden acht, de schade die [eiser 1] c.s. heeft geleden als gevolg van de voltooide bevrijdende verjaring te vergoeden, en te bepalen dat die schade dient te worden vergoed door de door hen of hun rechtsvoorgangers in bezit genomen strook grond die kadastraal gezien onderdeel uitmaakt van het perceel plaatselijk bekend [adres 1] in Capelle aan den IJssel, kadastraal bekend gemeente Capelle aan den IJssel, sectie A nummer [kadasternummer 1] , terug te leveren aan [eiser 1] c.s. door hem daarvan het bezit te verschaffen, in elk geval door met al het hunne en de hunnen te ontruimen en te verlaten en ontruimd en verlaten te houden, meer in het bijzonder door het pad dat zij op dat perceel hebben aangelegd, alsmede de verhoogde border te verwijderen en verwijderd te houden;
op straffe van een dwangsom van€ 500,- per dag of gedeelte daarvan dat [gedaagde 1] c.s. in gebreke blijft aan deze veroordeling te voldoen, de eerste dag daaronder begrepen, met een maximum van € 10.000,-;
met machtiging, voor zover vereist, van [eiser 1] c.s. om, zo [gedaagde 1] c.s mocht nalaten aan deze veroordeling te voldoen, de nakoming daarvan te (doen) bewerkstelligen met behulp van de sterke arm, overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 556 lid 1 en 557 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering;
althans een zodanige veroordeling uit te spreken, zoveel mogelijk in lijn met het hiervoor gevorderde, als de rechtbank in goede justitie zal vermenen te behoren;
zowel primair als subsidiair:
III. [gedaagde 1] c.s. te veroordelen om binnen één maand na de betekening van het in deze zaak te wijzen vonnis, hun medewerking te verlenen aan het oprichten van een houten schutting van twee meter hoogte op de erfgrens, althans tot het verlenen van medewerking aan het oprichten van een scheidsmuur in de zin van art. 5:49 lid 1 BW jo. 5:43 BW van een zodanige aard en in een zodanige uitvoering als partijen dan gezamenlijk overeen zullen komen, en hen te veroordelen bij helfte in de kosten daarvan bij te dragen;
IV. [gedaagde 1] c.s. hoofdelijk te veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting en binnen 14 dagen na het in deze zaak te wijzen vonnis een bedrag van€ 49,25 aan [eiser 1] c.s. te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover te rekenen vanaf 13 oktober 2017;
V. [gedaagde 1] c.s. te veroordelen in de kosten van deze procedure, de nakosten daaronder begrepen indien die dienen te worden gemaakt en de nakosten in het vonnis te begroten, onder de bepaling dat als de gedignkosten niet binnen 14 dagen na betekening van het vonnis zullen zijn voldaan, daarover vanaf de vijftiende dag de wettelijke rente verschuldigd zal zijn.