In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 13 maart 2019 uitspraak gedaan in de zaken van de Raad voor de Kinderbescherming Rotterdam-Dordrecht, betreffende de minderjarige [voornaam minderjarige]. De rechtbank heeft het verzoek van de Raad om het gezag van de moeder over [voornaam minderjarige] te beëindigen afgewezen. De moeder had eerder aangegeven afstand te willen doen ter adoptie, maar haar situatie is sindsdien veranderd. De moeder heeft haar familie ingelicht over haar moederschap en ontvangt nu steun van hen. De bijzondere curator heeft geconcludeerd dat het in het belang van [voornaam minderjarige] is dat zij bij haar moeder opgroeit, mits de moeder de verantwoordelijkheid kan dragen voor haar opvoeding.
Daarnaast heeft de rechtbank de minderjarige onder toezicht gesteld van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond voor de duur van twaalf maanden en een machtiging tot uithuisplaatsing verleend voor de duur van vier maanden. Dit is noodzakelijk om de ontwikkeling van [voornaam minderjarige] te waarborgen en om te onderzoeken of de moeder in staat is om de zorg voor haar kind op zich te nemen. De rechtbank heeft de bijzondere curator bedankt voor haar inzet en heeft de benoeming van de curator beëindigd. De zaak zal op 27 juni 2019 verder worden behandeld, waarbij de Raad en de GI rapporteren over de voortgang.