Op 28 februari 2019 heeft de Rechtbank Rotterdam in een strafzaak tegen een verdachte, geboren in Spanje, uitspraak gedaan. De verdachte was ten tijde van de zitting preventief gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Haaglanden. De officier van justitie, mr. J. Westerhof, had gevorderd om de verdachte schuldig te verklaren voor diefstal van een fles parfum en om een maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (ISD-maatregel) voor de duur van twee jaar op te leggen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 5 november 2018 in Rotterdam een fles parfum heeft gestolen uit een winkel. De verdachte heeft het feit bekend en er is geen vrijspraak bepleit. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verdachte strafbaar is en dat er geen omstandigheden zijn die de strafbaarheid uitsluiten.
De rechtbank heeft in haar overwegingen rekening gehouden met de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De verdachte is een veelpleger met een lange geschiedenis van vermogensdelicten en heeft eerder gevangenisstraffen ondergaan. De reclassering heeft geadviseerd om een onvoorwaardelijke ISD-maatregel op te leggen, omdat eerdere maatregelen niet hebben geleid tot gedragsverandering. De rechtbank heeft de ISD-maatregel opgelegd voor de duur van twee jaar, met als doel de samenleving te beschermen en de recidive van de verdachte te verminderen. De rechtbank heeft ook de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerdere voorwaardelijke gevangenisstraf afgewezen, omdat de ISD-maatregel als voldoende werd beschouwd.
De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, bestaande uit de voorzitter mr. I.M.A. Hinfelaar en de rechters mrs. J.C.M. Persoon en D. van Putten, in aanwezigheid van griffier mr. B.A.M. Elst. De beslissing is openbaar uitgesproken op de zitting van 28 februari 2019.