Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
mr. M. Fiegeen
mr. E.A. Vroom, rechters in de wrakingkamer van de rechtbank Rotterdam (hierna: de rechters).
Rechtbank Rotterdam
Op 18 januari 2019 heeft de Meervoudige kamer voor wrakingszaken van de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan op een wrakingsverzoek van een verzoeker. Dit verzoek tot wraking was ingediend op 14 januari 2019, na een eerdere uitspraak van de rechters op 7 januari 2019. In deze eerdere uitspraak werd een eindbeslissing gegeven in een bestuursrechtelijke procedure. De wrakingskamer oordeelde dat het wrakingsverzoek kennelijk niet-ontvankelijk was, omdat de rechters op het moment van indienen van het verzoek de zaak niet meer behandelden. Dit was het gevolg van de einduitspraak die reeds was gedaan. Daarnaast was er in een eerdere beslissing al bepaald dat een volgend wrakingsverzoek van de verzoeker in dezelfde zaak niet in behandeling zou worden genomen wegens misbruik. Hierdoor werd het verzoek opnieuw afgewezen. De rechters in deze zaak waren mr. W.J.J. Wetzels, mr. M. Fiege en mr. E.A. Vroom, en de beslissing werd uitgesproken door mr. M.G.L. de Vette in aanwezigheid van griffier J.A. Faaij.