ECLI:NL:RBROT:2019:1636
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering van tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling en wijziging van de termijn
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 28 februari 2019 uitspraak gedaan over de schuldsaneringsregeling van de schuldenares. De bewindvoerder had op 25 januari 2019 verzocht om de tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling, waarop de rechter-commissaris had ingestemd. Tijdens de zitting op 21 februari 2019 zijn de waarnemend bewindvoerder, de schuldenares en haar advocaat gehoord. De rechtbank heeft vastgesteld dat de schuldenares eerder tekortgeschoten is in haar inspanningsverplichting en dat de regeling eerder is verlengd. De rechtbank overweegt dat de schuldenares momenteel een opleiding volgt die haar een baangarantie biedt, maar dat zij hierdoor niet volledig kan voldoen aan de inspanningsverplichting van minimaal 36 uur betaald werk per week. De rechtbank heeft besloten om de schuldsaneringsregeling niet tussentijds te beëindigen, maar heeft de termijn van de regeling verlengd tot 23 november 2021. De schuldenares kan haar opleiding tot 9 juli 2019 vervolgen zonder aanvullende sollicitatieverplichting, maar moet daarna weer voldoen aan de volledige inspanningsverplichting. De rechtbank heeft benadrukt dat dit een laatste kans is voor de schuldenares om de regeling succesvol af te ronden.