Betrouwbaarheid en validiteit van getuigenverklaringen
De rechtbank stelt voorop dat met de verklaringen van kopers van drugs in strafzaken in het algemeen behoedzaam moet worden omgegaan. De door de verdediging genoemde argumenten om de betrouwbaarheid dan wel validiteit van die verklaringen kritisch te bezien zijn voor een deel gestoeld op de praktijk. Dit gaat echter niet zo ver dat die verklaringen op voorhand als onbetrouwbaar dan wel invalide moeten worden beschouwd.
Uit hun verklaringen blijkt dat deze op onderdelen specifiek en gedetailleerd zijn. Ook verklaren de gebruikers over hun reden van wetenschap. De verklaringen bevatten voor een belangrijk deel informatie die controleerbaar is en ook consistent is met andere informatie uit het dossier, bijvoorbeeld betreffende bijnamen, locaties, (nieuwe) verkooptelefoonnummers en de bereikbaarheid daarvan, vervoermiddelen, prijzen en modus operandi van de drugslijn. Voorts kan worden opgemerkt dat de verklaringen deels vrij kort na het oprollen van de drugslijn op 25 mei 2016 zijn afgelegd, veelal in de eigen woonomgeving van de betrokken getuige. Daarbij is de rechtbank uit de vraagstelling dan wel de verwoording in de verbalen niet gebleken van enige dwang of drang van de zijde van de politie. Met regelmaat wordt in de beantwoording van de vragen bijvoorbeeld ook meer informatie en details gegeven dan is gevraagd, die ook niet per se bezwarend is voor de betrokken verdachte. Voorts valt op dat nagenoeg alle getuigen met betrekking tot de eerste drie foto’s zeggen deze personen niet te kennen, wat niet voor de hand ligt als de gedachte voorop zou staan dat zij enkel verklaren om de politie ter wille te zijn.
Om vorenstaande redenen verwerpt de rechtbank de verweren die tot strekking hebben te betogen dat de verklaringen van kopers/verslaafden categorisch niet voor het bewijs zouden kunnen worden gebruikt.
Met betrekking tot de duur van de geschatte verkoopperiode, dat wil zeggen het tijdvak dat de verdachten als dealer actief zouden zijn geweest, overweegt de rechtbank het volgende.
Over de duur van de dealperiode van de verdachten in dit onderzoek is (ook per verdachte) bij de kopers weinig eensgezindheid te zien als het gaat om een schatting van de vraag hoeveel jaren de getuige de verdachte heeft meegemaakt als verkoper. De schatting van de totale lengte van de periode dat een koper afneemt van een dealer moet dan ook met grote behoedzaamheid worden bezien. Niettemin is er wel aanleiding om aan te nemen dat er sprake is geweest van verkoopactiviteit van enige duur door de betrokken verdachte reeds indien de koper er - onder meer via het noemen van hem of haar bekende details van die persoon - blijkt van geeft de verdachte al enige tijd te kennen en ook over een langere periode herhaaldelijke malen per week van deze verdachte te hebben gekocht. In combinatie met de overige gegevens betreffende de verdachte in het dossier is het volgens de rechtbank dan onaannemelijk dat het hierbij slechts ging om een eenmalige verkoopactiviteit dan wel een kortstondige periode in 2016. Als meerdere kopers betrouwbaar en valide verklaren de verdachte al langer vanaf een moment in 2015 te kennen levert dat voor de rechtbank dan ook voldoende wettig en overtuigend bewijs op om dat moment minimaal als aanvang van de periode vast te stellen. Zekerheidshalve zal de rechtbank in het voordeel van de verdachten in dit onderzoek evenwel langer durende perioden, dat wil zeggen vóór 2015, waarvoor enige verklaringen ook aanknopingspunten bieden, niet bewezen achten.
Ten aanzien van de betrouwbaarheid en validiteit van de relevante getuigenverklaringen overweegt de rechtbank als volgt.
De getuige [getuige 1]Getuige [getuige 1] verklaart al vijf jaar lang bijna dagelijks bij de lijn te bestellen. Hij herkent meerdere verdachten aan de hand van hem getoonde foto’s. Van belang daarbij voor de beoordeling van de validiteit is dat hij niet alle medeverdachten herkent en voor degenen die hij wel herkent bijnamen heeft. Hij noemt daarbij ook een of meerdere details over de verdachten die hij herkent. De man op foto 5, [naam 3] , vond hij bijvoorbeeld erg arrogant, terwijl de man op foto 6 MS heeft en de chauffeur is van de man op foto 9, want die heeft geen rijbewijs. Dit maakt dat de rechtbank ervan uitgaat dat hij goed onderscheid heeft kunnen maken tussen de verschillende dealers.
[getuige 1] is niet geheel consistent als het gaat om het benoemen van de periodes van dealen door de onderscheiden verdachten, onderling vergeleken. Wel is uit de verklaring van [getuige 1] op te maken dat sommige verdachten langer voor de drugslijn werken dan andere. Voor iedere verdachte die hij herkent geeft hij een andere inschatting van de tijd dat zij drugs aan hem leveren. Gelet op het feit dat [getuige 1] de verschillende dealers zeer vaak heeft gezien, hecht de rechtbank daarom wel waarde aan dit aspect van zijn verklaring in samenhang met de overige informatie in het dossier. Dat [getuige 1] flinke tijd later bij de rechter-commissaris aangeeft dat hij geen periodes (meer) kan noemen, doet niet af aan zijn eerdere gedetailleerde verklaring tegenover de politie voor wat betreft de periodes. Gelet hierop acht de rechtbank de verklaring van [getuige 1] - met voorzichtigheid ten aanzien van de periodes - betrouwbaar en valide.
De getuige [getuige 2]
Getuige [getuige 2] heeft verklaard dat zij twee tot drie jaar lang, meerdere keren per dag, via drugslijn Mo West verdovende middelen heeft gekocht. Dit maakt dat zij veel contactmomenten heeft gehad met dealers van deze drugslijn. Van meerdere verdachten heeft zij aangegeven dat zij hen herkent als één van de mannen die de drugs kwam leveren. Zij heeft daarbij details over hen genoemd, bijvoorbeeld of iemand met een auto of scooter kwam, hoe diegene eruit zag, of hij samen of alleen werkte en wie van hen korting gaf bij een grotere afname. Hieruit blijkt dat zij de verschillende dealers goed uit elkaar heeft kunnen houden.
In haar verklaring zitten bovendien geen opvallende tegenstrijdigheden. Ten slotte heeft [getuige 2] bij de rechter-commissaris aangegeven dat zij zich tijdens haar verklaring tegenover de politie (waarin zij periodes heeft benoemd) op haar gemak heeft gevoeld. Gelet hierop acht de rechtbank de verklaring van [getuige 2] betrouwbaar en valide.
De getuige [getuige 3]
Getuige [getuige 3] heeft bij de politie verklaard dat hij heel 2015 en 2016 drugs heeft gebruikt en 3 tot 4 keer per week bestelde. Uit zijn verklaring dat verschillende verdachten meerdere keren per week drugs aan hem hebben verkocht, leidt de rechtbank af dat er in die jaren vele contactmomenten moeten zijn geweest. [getuige 3] herkent verschillende verdachten als de personen die aan hem drugs hebben geleverd. Bij die personen noemt hij verschillende details. De verdachten op foto 4 en 5 noemt hij bijvoorbeeld vaste bezorgers die hij vanaf het begin kent en van wie het hem opviel als zij een tijdje niet kwamen. Van de man op foto 6 weet hij dat hij de oudste is, normaal een bril draagt en in een [auto 2] rijdt. Ook van de anderen kan hij opvallende details noemen. De rechtbank concludeert hieruit dat [getuige 3] de verschillende bezorgers geïndividualiseerd heeft.
Ook in andere opzichten acht de rechtbank de verklaring van [getuige 3] betrouwbaar en valide. [getuige 3] heeft immers tegenover de politie verklaard dat hij er zelf voor heeft gekozen om een verklaring af te leggen. Op het moment dat hij een verklaring aflegt, op 10 september 2017, is hij afgekickt. Daarnaast is zijn verklaring ook consistent, ook als het gaat om periodes die hij noemt waarin hij de verschillende verdachten heeft gezien.