4.2.Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en nadien geen vrijspraak is bepleit. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder feit 1 en feit 2 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
hij, op tijdstippen gelegen in de periode van 1 januari 2017 tot en met 1 september 2018, in Krimpen aan den IJssel en elders in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen,
van geldbedragen
tot een totaal vanEUR 617.345 de herkomst heeft verhuld en verborgen wie de rechthebbende op die geldbedragen is/zijn en heeft verworven en voorhanden heeft gehad en omgezet, terwijl hij, verdachte, en zijn mededaders wisten, dat bovenomschreven geldbedragen - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit een of meer misdrijven, terwijl hij, verdachte, en zijn mededaders, van het plegen van witwassen een gewoonte hebben gemaakt;
hij, op tijdstippen gelegen in de periode van 1 januari
2017 tot en met 7 augustus 2018, in Krimpen aan den IJssel en/elders in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen,
een factuur van [naam bedrijf] aan [naam verdachte rechtspersoon] , voorzien van kenmerk 2017-59 (DOC-017), en
een factuur van [naam bedrijf] aan [naam verdachte rechtspersoon] , voorzien van kenmerk 2017-54 (DOC-023), en
een factuur van [naam bedrijf] aan [naam verdachte rechtspersoon] , voorzien van kenmerk 2017-58 (DOC-024), en
een factuur van [naam bedrijf] aan [naam verdachte rechtspersoon] , voorzien van kenmerk 2017-64 (DOC-025), en
een factuur van [naam bedrijf] aan [naam verdachte rechtspersoon] , voorzien van kenmerk 2017-65 (DOC-026), en
een factuur van [naam bedrijf] aan [naam verdachte rechtspersoon] , voorzien van kenmerk 2017-67 (DOC-027), en
een factuur van [naam bedrijf] aan [naam verdachte rechtspersoon] , voorzien van kenmerk 2017-68 (DOC-028), en
een factuur van [naam bedrijf] aan [naam verdachte rechtspersoon] , voorzien van kenmerk 2017-73 (DOC-029), en
een factuur van [naam bedrijf] aan [naam verdachte rechtspersoon] , voorzien van kenmerk 2017-74 (DOC-030), en
een factuur van [naam bedrijf] aan [naam verdachte rechtspersoon] , voorzien van kenmerk 2017-80 (DOC-031),
elk zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, telkens valselijk heeft/ opgemaakt
immers hebben hij en zijn mededaders, telkens valselijk in strijd met de waarheid in bovengenoemde facturen opgenomen dat die facturen afkomstig waren van de in die facturen opgenomen leverancier/crediteur, terwijl die facturen in werkelijkheid niet afkomstig waren van die leverancier/crediteur,
zulks telkens met het oogmerk om die facturen , als echt en onvervalst te gebruiken endoor anderen te doen gebruiken;
hij, op tijdstippen gelegen in de periode van 1 januari
2017 tot en met 7 augustus 2018, in Krimpen aan den IJssel en/elders in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, (telkens) opzettelijk gebruik heeft gemaakt van valse geschriften, te weten
een factuur van [naam bedrijf] aan [naam verdachte rechtspersoon] , voorzien van kenmerk 2017-59 (DOC-017), en
een factuur van [naam bedrijf] aan [naam verdachte rechtspersoon] , voorzien van kenmerk 2017-54 (DOC-023), en
een factuur van [naam bedrijf] aan [naam verdachte rechtspersoon] , voorzien van kenmerk 2017-58 (DOC-024), en
een factuur van [naam bedrijf] aan [naam verdachte rechtspersoon] , voorzien van kenmerk 2017-64 (DOC-025), en
een factuur van [naam bedrijf] aan [naam verdachte rechtspersoon] , voorzien van kenmerk 2017-65 (DOC-026), en
een factuur van [naam bedrijf] aan [naam verdachte rechtspersoon] , voorzien van kenmerk 2017-67 (DOC-027), en
een factuur van [naam bedrijf] aan [naam verdachte rechtspersoon] , voorzien van kenmerk 2017-68 (DOC-028), en
een factuur van [naam bedrijf] aan [naam verdachte rechtspersoon] , voorzien van kenmerk 2017-73 (DOC-029), en
een factuur van [naam bedrijf] aan [naam verdachte rechtspersoon] , voorzien van kenmerk 2017-74 (DOC-030), en
en factuur van [naam bedrijf] aan [naam verdachte rechtspersoon] , voorzien van kenmerk 2017-80 (DOC-031),
als ware
ndie geschriften echt en onvervalst, elk zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen,
bestaande de valsheid) hierin dat, (telkens) valselijk en in strijd met de waarheid in bovengenoemde facturenis opgenomen dat die facturenafkomstig waren van de in die facturenopgenomen leverancier/crediteur, terwijl die facturen in werkelijkheid niet afkomstig waren van die leverancier/crediteur,
bestaande dat gebruik maken telkens hierin dat verdachte en/of zijn mededaders bovengenoemde facturen hebben verstrekt aan ING Bank N.V.
en bovengenoemde facturen voorhanden hebben gehad, terwijl hij, verdachte, en zijn mededaders telkens wisten dat die facturen bestemd waren voor gebruik als ware
ndeze echt en onvervalst;
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.