Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten;
- ontslag van alle rechtsvervolging ten aanzien van de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten, omdat de verdachte niet strafbaar is;
- oplegging van de maatregel tot plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis als bedoeld in artikel 37 van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) voor de duur van één jaar.
4.Waardering van het bewijs
5.Strafbaarheid feiten en strafbaarheid verdachte
5.Motivering maatregel
6.Vorderingen benadeelde partijen/ schadevergoedingsmaatregelen
- [benadeelde partij 1], wonende te [woonplaats] ter zake van het onder 1 ten laste gelegde feit. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 2.227,76 aan materiële schade en een vergoeding van € 20.000 als voorschot aan immateriële schade. Als gemachtigde van de benadeelde partij treedt op mr. A.M. Oosse, advocaat te Rotterdam;
- [benadeelde partij 2], wonende te [woonplaats] ter zake van het onder 2 ten laste gelegde feit. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 200 aan immateriële schade. Als gemachtigde van de benadeelde partij treedt op [naam 3] van Politie Nederland, Eenheid Rotterdam;
- [benadeelde partij 3], wonende te [woonplaats] ter zake van het onder 2 ten laste gelegde feit. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 150 aan immateriële schade. Als gemachtigde van de benadeelde partij treedt op [naam 3] van Politie Nederland, Eenheid Rotterdam.
7.Toepasselijke wettelijke voorschriften
8.Bijlagen
9.Beslissing
een psychiatrisch ziekenhuiszal worden geplaatst voor een termijn van 1
(één) jaar;
€ 9.330,76 (zegge: negenduizend-driehonderddertig euro en zesenzeventig cent), bestaande uit
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen
€ 9.330,76(hoofdsom,
zegge: negenduizenddriehonderddertig euro en zesenzeventig eurocenten), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 5 april 2018 tot aan de dag van de algehele voldoening; beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van het bedrag van
81 (éénentachtig) dagen; toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op;
€ 200 (zegge: tweehonderd euro)
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen
€ 200(hoofdsom,
zegge: tweehonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 5 april 2018 tot aan de dag van de algehele voldoening; beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van het bedrag van
€ 200vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
4 (vier) dagen; toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op;
van € 150 (zegge: honderdvijftig euro)
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen
€ 150(hoofdsom,
zegge: honderdvijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 5 april 2018 tot aan de dag van de algehele voldoening; beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van het bedrag van
€ 150vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
3 (drie) dagen; toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op;