Er is bij verdachte sprake van ADHD (onoplettende type), een bedreigde persoonlijkheidsontwikkeling (gestagneerde sociaal-emotionele ontwikkeling) en een stoornis in cannabisgebruik (ernst onbekend). Dit was evenzo ten tijde van het plegen van het tenlastegelegde.
In hoeverre deze problematiek van invloed is geweest op het plegen van het ten laste gelegde feit is onduidelijk gebleven. Ondanks het feit dat verdachte een bekennende verdachte is, is er nauwelijks zicht verkregen op zijn gedachten, gevoelens en motieven voorafgaand en ten tijde van het plegen van het tenlastegelegde. Hoewel verdachte heeft aangegeven dat hij geld nodig had, kan hij niet aangeven waarvoor dan. Verdachte is niet bekend met eerdere antisociale dan wel agressieve gedragingen, waardoor er geen patroon gereconstrueerd kan worden. Er is onvoldoende zicht gekomen op de achtergronden die tot het tenlastegelegde hebben geleid. Daaruit voortvloeiend kan geen betrouwbare uitspraak worden gedaan over de doorwerking van de gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens in het tenlastegelegde en daarmee over de mate van toerekenen hiervoor.
Het is gezien de vragen die er zijn omtrent de eventuele doorwerking van de mogelijke problematiek in het ten laste gelegde feit niet mogelijk om het recidiverisico van soortgelijke delicten vanuit eventuele problematiek te onderbouwen.
Er zijn argumenten gelegen in de persoonlijkheid en/of ontwikkeling van verdachte die aanleiding geven het minderjarigenstrafrecht toe te passen. Verdachte beschikt nog over onrijpe copingmechanismen en zijn sociaal-emotionele ontwikkeling is nog onvoldoende ontwikkeld.
Gezien de beperkingen van het onderhavige onderzoek onthoudt onderzoeker zich van een advies ter preventie van recidive. Evenmin is het mogelijk, vanwege het ontbreken van forensisch relevante gedragsbepalende factoren, om een gefundeerde uitspraak te doen omtrent een eventuele noodzaak tot het aangaan van behandelinterventies. Vanuit zorg kan echter wel gesteld worden dat verdachte praktische ondersteuning nodig heeft voor het vinden van een dagbesteding en vrijetijdsbesteding. Het is van belang dat hij onderdeel uitmaakt van de maatschappij. Daarnaast is het, vanuit zorg, van belang dat verdachte behandeling krijgt voor het leren uiten en bespreken van emoties. Van daaruit zal hij moeten leren om zijn identiteit vorm te geven, waarbij zijn sociaal-emotionele ontwikkeling versterkt wordt en hij adequate copingvaardigheden aanleert. Bovenstaande zou kunnen plaatsvinden in het kader van een (deels) voorwaardelijke straf, waarbij toezicht en begeleiding door de jeugdreclassering plaats vindt. Het is van belang dat de jeugdreclassering rekening houdt met zijn cognitieve beperkingen (verwerkingssnelheid en werkgeheugen).
Vanwege het feit dat sprake is van een zwakbegaafd intelligentieprofiel, de verdachte actief onderdeel is van een gezin, hij zijn schoolgang wil continueren en een zorgmijdend karakter heeft waardoor een outreachende aanpak noodzakelijk wordt geacht, heeft verdachte meer baat bij de begeleiding door de jeugdreclassering.
Verdachte is aangemeld bij De Nieuwe Kans. Op korte termijn zal een intake met hem plaatsvinden waarna hij direct kan instromen. Tijdens het traject zal samen met verdachte gekeken worden of hij wil doorstromen naar een opleiding of wil gaan werken.
Verdachte zal begeleid worden door Stichting Mozaïk. Deze begeleiding was al gestart en kan worden voortgezet in het kader van een voorwaardelijke veroordeling.
Verdachte kan terugkeren bij zijn moeder. Verdachte wordt verplicht om op bepaalde tijden thuis te zijn: tussen 19:00 en 07:00 uur. Dit om verdachte te dwingen een dag- en nachtritme te hebben. Daarnaast zal verdachte niet op het winkelcentrum waar de snackbar zich bevindt mogen komen. Voorkomen moet worden dat de slachtoffers, die werkzaam zijn in de snackbar, geconfronteerd worden met verdachte. Het locatiegebod en locatieverbod (retrospectief) zullen gecontroleerd worden door middel van Elektronische Controle.
Uit het gesprek met de NIFP rapporteur blijkt dat verdachte baat kan hebben bij beeldende therapie of vaktherapie. Verdachte heeft een zwakbegaafd intelligentieprofiel waarbij voornamelijk de trage verwerkingssnelheid opvalt. Hij heeft baat bij herhaling en duidelijkheid. Behandeling wordt noodzakelijk geacht gezien zijn beperkte probleem-oplossende vaardigheden en zijn sociaalemotionele ontwikkeling.
Geadviseerd wordt een (deels voorwaardelijke) jeugddetentie met de volgende bijzondere voorwaarden op te leggen:
• Begeleiding door de jeugdreclassering: verdachte werkt mee aan het toezicht door de
jeugdreclassering en meldt zich op afspraken met de jeugdreclassering zo vaak de
jeugdreclassering dat nodig vindt;
• Ambulante behandeling en begeleiding: verdachte laat zich behandelen door de Waag of
een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de
gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan
de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling.
Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling.
• Ambulante behandeling: Verdachte zal zich laten begeleiden door Stichting Mozaïk of een
soortgelijke instelling, gedurende de schorsingsperiode of zo lang de reclassering dit nodig
acht;
• Locatieverbod (met EC): verdachte zal zich niet begeven in het winkelcentrum
‘Ambachtsland’. Dit zal retrospectief gecontroleerd worden door middel van elektronische
controle.
• Locatiegebod: verdachte is op vooraf vastgestelde tijdstippen aanwezig op het
verblijfadres, zolang de jeugdreclassering dat nodig vindt. De reclassering stelt de precieze
tijdstippen vast, in overleg met verdachte en afhankelijk van de dagbesteding.
Verdachte werkt mee aan elektronische controle op dit locatiegebod. Verdachte gaat niet
naar het buitenland zonder toestemming van de reclassering, omdat het voor de
elektronische controle nodig is dat verdachte in Nederland blijft. Het huidige verblijfadres
is [verblijfadres] , [postcode] Rotterdam. Een ander adres voor het locatiegebod is
alleen mogelijk als de reclassering daarvoor toestemming geeft.
• Volgen van onderwijs: verdachte heeft een dagbesteding of volgt onderwijs voor de duur
van het toezicht of zoveel korter als de reclassering nodig vindt.
• Meewerken aan schuldhulpverlening: verdachte werkt mee aan het aflossen van zijn
schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan
schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen.
Verdachte geeft de jeugdreclassering inzicht in zijn financiën en schulden.