Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis van de officier van justitie
- bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden met aftrek van het voorarrest;
- herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling voor een periode van 150 dagen.
4..Waardering van het bewijs
hij op 21 november 2018 te Rotterdam
een wapen als bedoeld in art. 2 lid 1 Categorie III onder 1° van de Wet wapens en munitie, te weten een omgebouwde vuurwapen in de zin van artikel 1, onder 3° van die wet in de vorm van een pistool van het merk BBM, type 315 Auto kaliber 6.35 mm
en munitie in de zin van art. 1 onder 4° van de Wet wapen en munitie, te weten munitie als bedoeld in art. 2 lid 2 van die wet, van de Categorie III, te weten 2 kogelpatronen, kaliber 6.35, voorhanden heeft gehad;
hij op 22 november 2018 te Rotterdam
tezamen en in vereniging met een ander,
opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 103 pillen, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA (3,4 methyleendioxymethamfetamine) en/of N-ethyl- MDA (N-ethyl-3,4 methyleendioxy amfetamine,MDEA),
zijnde MDMA een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
5..Strafbaarheid van de feiten
1. handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet Wapens en Munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III
2. medeplegen van het opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod
6..Strafbaarheid van de verdachte
7..Motivering van de straf
Uit de gesprekken met de verdachte maakt de reclassering op dat hij zich inmiddels realiseert dat hij zelf verantwoordelijk is voor zijn toekomst en dat hij met huidige strafzaak op een punt in zijn leven staat waarbij het ‘erop of eronder’ is. Door de reclassering is hem duidelijk gemaakt dat medewerking aan diagnostiek een voorwaarde voor verdere begeleiding zal zijn. Op basis van de uitkomsten van deze diagnostiek zullen interventies gericht op de bovenstaande criminogene én beschermende factoren worden ingezet, waarbij de kans van slagen van dit plan van aanpak afhankelijk is van de motivatie van de verdachte. De interventies kunnen worden ingezet binnen de bijzondere voorwaarden zoals in dit adviesrapport geformuleerd.
• Meldplicht bij reclassering;
• Ambulante behandeling (met mogelijkheid tot kortdurende klinische opname);
• Begeleid wonen of maatschappelijke opvang;
• Hard- en softdrugsverbod;
• Alcoholverbod;
• Meewerken aan schuldhulpverlening;
• Meewerken aan dagbesteding.
8..Vordering herroeping voorwaardelijke invrijheidstelling
9..Toepasselijke wettelijke voorschriften
10..Bijlagen
11..Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 12 (twaalf) maanden;
hij op of omstreeks 21 november 2018 te Rotterdam
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
een wapen als bedoeld in art. 2 lid 1 Categorie III onder 1° van de Wet wapens en munitie, te weten een omgebouwde vuurwapen in de zin van artikel 1, onder 3° van die wet in de vorm van een pistool van het merk BBM, type 315 Auto kaliber 6.35 mm
en/of munitie in de zin van art. 1 onder 4°van de Wet wapen en munitie, te weten munitie als bedoeld in art. 2 lid 2 van die wet, van de Categorie III, te weten 2 kogelpatronen, kaliber 6.35, voorhanden heeft gehad;
hij op of omstreeks 22 november 2018 te Rotterdam
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 103 pillen, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA (3,4 methyleendioxymethamfetamine) en/of N-ethyl- MDA (N-ethyl-3,4 methyleendioxy amfetamine,MDEA),
zijnde MDMA een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.