ECLI:NL:RBROT:2019:10940

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
18 juli 2019
Publicatiedatum
13 september 2021
Zaaknummer
10/069280-19 en 96/067153-17 (TUL)
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor vuurwapenbezit, witwassen en het voorhanden hebben van verdovende middelen

Op 18 juli 2019 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van vuurwapenbezit, witwassen en het voorhanden hebben van verdovende middelen. De verdachte, geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte], was gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Rotterdam en werd bijgestaan door mr. T. Sen. Tijdens de zitting op 4 juli 2019 werd het bewijs tegen de verdachte besproken, waarbij onder andere luxe goederen, contant geld en voertuigen in beslag waren genomen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte een aanzienlijk bedrag aan luxe goederen en contant geld had verworven, waarvan het vermoeden bestond dat deze uit misdrijf afkomstig waren. De verdachte had verklaard dat hij geld had ontvangen voor zijn bruiloft, maar de rechtbank vond deze verklaring onvoldoende onderbouwd. De rechtbank verklaarde de verdachte schuldig aan het witwassen van een grote hoeveelheid luxe goederen, drie auto’s en een aanzienlijke hoeveelheid contant geld. Daarnaast werd vastgesteld dat de verdachte een vuurwapen en heroïne voorhanden had. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 15 maanden, waarvan een deel voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. Tevens werden de in beslag genomen goederen verbeurd verklaard. De rechtbank oordeelde dat de verdachte strafbaar was en dat er geen feiten of omstandigheden waren die de strafbaarheid uitsloten.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummers: 10/069280-19 en 96/067153-17 (TUL)
Uitspraakdatum: 18 juli 2019
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres
[adres verdachte] ,
thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Rotterdam, locatie De Schie,
bijgestaan door mr. T. Sen, advocaat te Rotterdam.
Onderzoek op de terechtzitting
Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 4 juli 2019.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding, zoals deze op de terechtzitting overeenkomstig de vordering van de officier van justitie is gewijzigd.
De tekst van de gewijzigde tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
Eis officier van justitie
De officier van justitie mr. S.M. Scheer heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van de onder 1, 2 aanhef en onder b primair en 3 ten laste gelegde feiten;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van twintig maanden met aftrek van voorarrest;
  • tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde straf in de zaak met parketnummer 96/067153-17.
Waardering van het bewijs
Feit 1
Nu de verdachte ter terechtzitting het eerste feit heeft erkend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit, zal het onder 1 ten laste gelegde feit zonder nadere motivering bewezen worden verklaard.
De rechtbank zal de verdachte, zoals door de officier van justitie en de raadsman ook is betoogd, vrijspreken van het ten laste gelegde medeplegen nu niet is komen vast te staan dat hij nauw en bewust met een ander of anderen heeft samengewerkt.
Feit 2
Standpunt verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit. Hij heeft daartoe aangevoerd dat de verdachte een voldoende concrete, min of meer verifieerbare en niet op voorhand onaannemelijke verklaring heeft gegeven over de legale herkomst van een deel van de in en bij zijn woning aangetroffen goederen, de aangetroffen geldbedragen en de op de bankrekeningen gestorte geldbedragen.
Beoordeling
Voor een bewezenverklaring van witwassen van een voorwerp is vereist dat vaststaat dat het voorwerp afkomstig is uit enig misdrijf. Dat hoeft niet een nauwkeurig aangeduid misdrijf te zijn. Als er geen rechtstreeks verband valt te leggen tussen het voorwerp en een delict kan toch bewezen worden geacht dat een voorwerp ‘uit enig misdrijf’ afkomstig is, als het op grond van de vastgestelde feiten en omstandigheden niet anders kan zijn dan dat het voorwerp uit enig misdrijf afkomstig is.
Het is aan de officier van justitie om dergelijke feiten en omstandigheden naar voren te brengen. Als de door de officier van justitie aangedragen feiten en omstandigheden van dien aard zijn dat zonder meer sprake is van een vermoeden van witwassen, mag van de verdachte worden verlangd dat hij een verklaring geeft voor de herkomst van het voorwerp. Een dergelijke verklaring moet concreet, min of meer verifieerbaar en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijk zijn. Als de verdachte zo’n verklaring heeft gegeven over de herkomst van het voorwerp, dan ligt het vervolgens op de weg van officier van justitie om nader onderzoek te doen naar de, uit de verklaringen van de verdachte blijkende, alternatieve herkomst van het voorwerp. Uit de resultaten van een dergelijk onderzoek zal moeten blijken dat met voldoende mate van zekerheid kan worden uitgesloten dat het voorwerp waarop de verdenking betrekking heeft, een legale herkomst heeft en dat dus een criminele herkomst als enige aanvaardbare verklaring kan gelden.
- Vermoeden van witwassen
Onder de verdachte zijn een grote hoeveelheid luxe goederen, drie personenauto’s en contant geld aangetroffen. Daarnaast is komen vast te staan dat in de ten laste gelegde periode sprake is geweest van contante geldstortingen voor een (totaal)bedrag van ruim
€ 65.000 op de bankrekeningen van de verdachte en zijn echtgenote [naam 1] .
Er is geen direct brondelict aan te wijzen als herkomst van de genoemde voorwerpen. De rechtbank is met de officier van justitie, van oordeel dat zonder meer sprake is van een vermoeden van witwassen. Dat vermoeden volgt uit de aanzienlijke discrepantie tussen de waarde van de goederen en uitgaven van de verdachte en zijn echtgenote enerzijds en hun legale inkomsten anderzijds. Uit het financieel onderzoek is namelijk gebleken dat het gezamenlijke legale inkomen in de ten laste gelegde periode € 41.762,13 bedroeg, terwijl de gezamenlijke bezittingen en uitgaven € 141.933,16 bedroegen. Het totaalbedrag aan onverklaarbare bezittingen en uitgaven komt daarmee op ruim € 100.000,-. Het is dus evident dat de totaalwaarde van de onder de verdachte aangetroffen voorwerpen en de contante stortingen niet verklaard kan worden uit de legale inkomsten van de verdachte en zijn echtgenote.
- Verklaring van de verdachte
Over de herkomst van de goederen en de stortingen heeft de verdachte verklaard dat hij op zijn bruiloft in november 2017 veel contant geld heeft ontvangen. Ten aanzien van de omvang van de in totaal ontvangen bedragen heeft de verdachte wisselend verklaard, variërend van € 16.000,- tot € 40.000,-.
Als al zou komen vast te staan dat de verdachte geld heeft gekregen voor zijn bruiloft, dekken deze giften, zelfs als zou worden uitgegaan van het hoogste door de verdachte genoemde bedrag, niet het gehele bedrag van € 100.000,-.
De verdachte heeft verder verklaard dat hij ook spaargeld had, maar die verklaring is niet geconcretiseerd en bovendien heeft de verdachte daarmee niet inzichtelijk gemaakt wat de oorspronkelijke bron van dat geld was. Daarbij wordt opgemerkt dat de verdachte in de jaren voorafgaande aan 1 januari 2017 geen dusdanig legaal inkomen heeft genoten dat dit het een deel van zijn vermogen zou kunnen verklaren.
Daarnaast heeft de verdachte verklaard dat hij sinds zijn huwelijk zwart bijverdiende. De rechtbank acht deze verklaring echter onvoldoende concreet en onderbouwd, zodat de officier van justitie hiernaar geen verder onderzoek naar heeft hoeven doen.
Tot slot heeft de verdachte verklaard dat hij geld heeft geleend van zijn schoonfamilie. Ter onderbouwing hiervan heeft hij ter zitting een schermafdruk overgelegd van een app-bericht op naam van [naam 2] waarin is vermeld: ‘ik heb mijn zus [naam 1] totaal 20 duizend € contant geld gegeven en 5 duizend apart € overgeschreven naar [naam verdachte] ’.
Deze eenregelige verklaring over de WhatsApp is een zodanig magere en weinig concrete onderbouwing van de geldlening dat - mede gelet op het stadium van de procedure - onderzoek naar die verklaring achterwege kan blijven.
Conclusie
Een en ander maakt dat de verdachte - als hij al zou worden gevolgd in zijn verklaring dat hij bij zijn huwelijk contant geld heeft ontvangen - er slechts ten aanzien van een deel van zijn vermogen in is geslaagd het vermoeden van witwassen te ontkrachten. Bij gebreke van een afdoende verklaring omtrent een legale herkomst van het resterende deel van dat vermogen, komt de rechtbank tot de conclusie dat een groot deel van het vermogen van de verdachte uit enig misdrijf afkomstig is. Het verweer wordt verworpen.
Feit 3
Nu de verdachte ter terechtzitting ook het derde feit voor wat betreft de aangetroffen heroïne heeft erkend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit, zal het onder 3 ten laste gelegde feit voor wat betreft de aangetroffen heroïne zonder nadere motivering bewezen worden verklaard.
De rechtbank zal de verdachte, overeenkomstig wat is betoogd door de officier van justitie en de raadsman, vrijspreken van het ten laste gelegde medeplegen nu niet is komen vast te staan dat hij nauw en bewust met een ander of anderen heeft samengewerkt.
Vrijspraak cocaïne
De rechtbank is, anders dan de officier van justitie en met de raadsman, van oordeel dat niet kan worden bewezen dat hij medepleger is van de op straat aangetroffen cocaïne. Vast staat dat de cocaïne door één van de inzittenden van het voertuig van de verdachte is weggegooid onder een ander voertuig. Niet is komen vast te staan wie dit heeft gedaan. Aan de enkele omstandigheid dat één van de inzittenden kennelijk cocaïne voorhanden had, kan niet de gevolgtrekking worden verbonden dat de overige inzittenden daar wetenschap van hadden. De rechtbank acht aldus niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte mede opzettelijk cocaïne voorhanden heeft gehad en zal hem dan ook in zoverre vrijspreken van het onder 3 tenlastegelegde.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 aanhef en onder b primair en 3 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1.
hij op 22 maart 2019 te Rotterdam, een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1 Categorie III onder 1º van de Wet wapens en munitie, te weten een vuurwapen in de zin van artikel 1, onder 3º van die wet in de vorm van een pistool van het merk Zoraki, type 906, kaliber 7.65mm enmunitie in de zin van artikel 1 onder 4º van de Wet wapens en munitie, te weten munitie als bedoeld in artikel 2 lid 2 van die wet, van de Categorie III te weten 6 kogelpatronen, merk S&B, kaliber 7.65 mm (.32 auto),
voorhanden heeft gehad.
2
hij in de periode van 1 januari 2017 tot en met 22 maart 2019, in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander,
b)
voorwerpen, te weten
- geldbedragen van 480,50 euro (aangetroffen bij de verdachte tijdens de insluitingsfouillering) en 1.870 euro (aangetroffen in de woning gelegen aan de [adres] ) en 8.000 euro (aangetroffen in de verborgen ruimte van de Citroen C3 [kentekennummer 1] ) en
- luxe goederen, o.a. veel kleding en schoenen en tassen van o.a. de merken Gucci, Louis Vuitton, UGG, Moncler, D&G, Kenzo, Burberry, DSquared2, Givenchy, Valentino, Prada enbrillen van de merken Cartier en Louis Vuitton enmeerdere parfums van o.a. de merken Louis Vuitton, Gucci en Dior eneen horloge (merk Rolex) en
- personenauto's, te weten een Citroen C3 (kenteken [kentekennummer 1] ) en een Renault Clio (kenteken [kentekennummer 2] ) en een Volkswagen Golf ( [kentekennummer 3] )
- een Ipad en- 58.049,83 euro aan contant geld gestort op bankrekening met nummer [bankrekeningnummer 1] op naam van [naam 1] en 7.475,- euro aan contant geld gestort op bankrekening met nummer [bankrekeningnummer 2] op naam van [naam verdachte] , heeft voorhanden gehad, terwijl hij wist dat
dievoorwerp
engedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig
warenuit enig misdrijf.
3.
hij op 22 maart 2019 te Rotterdam, opzettelijk aanwezig heeft gehad 800,4 gram, van een materiaal bevattende heroïne , zijnde heroïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, .
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet ook daarvan worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van de feiten
De bewezen feiten leveren op:
1.
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
2 primair aanhef en onder b.
medeplegen van witwassen.
3.
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. De feiten zijn dus strafbaar.
Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
Motivering van de straf
Bij de beslissing over de straf die aan de verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze feiten zijn begaan, alsmede de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het witwassen van een grote hoeveelheid luxe goederen, drie auto’s en ten minste enkele tienduizenden euro’s. Het witwassen van uit misdrijf afkomstig geld tast de integriteit aan van het financieel-economisch verkeer en heeft een ontwrichtende werking op het economisch leven. Daarnaast heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben van een vuurwapen met bijbehorende kogelpatronen en een hoeveelheid heroïne. Zowel het vuurwapen als de heroïne is aangetroffen in een verborgen compartiment van de auto van de verdachte.
Met betrekking tot de persoon van de verdachte heeft de rechtbank gelet op het op naam van de verdachte staand uittreksel justitiële documentatie, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke zaken.
De rechtbank heeft verder kennis genomen van het over de verdachte uitgebrachte reclasseringsadvies gedateerd 25 juni 2019, opgesteld door [naam 3] , als reclasseringswerker werkzaam bij GGZ Antes.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een vrijheidsbenemende straf van na te noemen duur moet worden opgelegd. De rechtbank zal echter bepalen dat een gedeelte daarvan vooralsnog niet ten uitvoer zal worden gelegd en zal daaraan een proeftijd verbinden van twee jaar, als (extra) motivatie voor de verdachte om zich niet opnieuw schuldig te maken aan een strafbaar feit.
In beslag genomen voorwerpen
De onder de verdachte in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen op de beslaglijst zullen verbeurd worden verklaard, nu dit voorwerpen zijn die aan de verdachte toebehoren en die grotendeels zijn verkregen door middel van of uit de baten van het onder 2 primair bewezen verklaarde strafbare feit. De beslaglijst is als bijlage III aan dit vonnis gehecht.
Vordering tenuitvoerlegging
Vonnis waarvan tenuitvoerlegging wordt gevorderd
Bij vonnis van 8 augustus 2017 van de politierechter in deze rechtbank is de verdachte ter zake van het rijden met een ongeldig verklaard rijbewijs veroordeeld tot een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf van twee weken met een proeftijd van 2 jaar.
De proeftijd is ingegaan op 3 oktober 2017.
De hierboven bewezen verklaarde feiten zijn na het wijzen van dit vonnis en voor het einde van de proeftijd gepleegd. Door het plegen van de bewezen verklaarde feiten heeft de verdachte de aan het vonnis verbonden algemene voorwaarde, dat hij zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit, niet nageleefd.
Daarom zal de tenuitvoerlegging worden gelast van de bij dat vonnis aan de verdachte opgelegde voorwaardelijke straf.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Gelet is op de artikelen 33, 33a, 47, 57 en 420bis van het Wetboek van Strafrecht, 2 en 10 van de Opiumwet alsmede 26 en 55 van de Wet wapens en munitie, zoals deze golden ten tijde van de bewezen verklaarde feiten.
Bijlagen
De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.
Beslissing
De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte de ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen wat aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 15 (vijftien) maanden;
bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot
5 (vijf) maandenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op 2 jaar;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft;
stelt als algemene voorwaarde:
de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
- verklaart verbeurd als bijkomende straf voor feit 2:
1. 480,50 EUR
(Omschrijving: ibg 22-03-19, G5789111)
2. 8000 EUR
(Omschrijving: ibg 22-03-19, G5789279 + 280)
(Omschrijving: ibg 23-03-19, G5789283)
4. 1 STK Broek
(Omschrijving: blauw, merk: Dolce & Gabbana)
5. 1 STK Trainingspak
(Omschrijving: Grijs, merk: Nike)
6. 1 STK Jas
(Omschrijving: zwart, merk: Woolrich)
7. 1 STK Jas
(Omschrijving: zwart, merk: Parajumpers)
8. 1 PR Schoenen
(Omschrijving: met blauwe zool., zwart, merk: Prada)
9. 1 PR Schoenen
(Omschrijving: zwart/wit, merk: Alexander McQueen)
10. 1 PR Schoenen
(Omschrijving: zwart, merk: Givenchy)
11. 1 STK Kleding
(Omschrijving: Babypakjes muts slab, maat 12. grijs, groen, wit rood met gouden sterren., diverse, merk: Gucci)
12. 1 PR Schoenen
(Omschrijving: beige, merk: Gucci)
13. 1 STK Broek
(Omschrijving: zwart, merk: Dsquared2)
14. 1 STK Broek
(Omschrijving: lichtgrijs, merk: Dsquared2)
15. 1 PR Schoenen
(Omschrijving: beige, merk: Burberry)
16. 1 STK Kleding
(Omschrijving: lichtgrijs, merk: Moncler)
17. 1 STK Broek
(Omschrijving: blauw, merk: Dolce & Gabbana)
18. 1 STK Kleding
(Omschrijving: wit, merk: Burberry)
19. 1 STK Tas
(Omschrijving: beige met zwart, merk: Gucci)
20. 1 STK Trui
(Omschrijving: wit, merk: Kenzo)
21. 1 STK Kleding
(Omschrijving: rose, merk: Moncler)
22. 1 STK Vest
(Omschrijving: roze, merk: Dsquared2)
23. 1 STK Broek
(Omschrijving: roze, merk: Dsquared2)
24. 1 STK Trui
(Omschrijving: grijs, merk: Kenzo)
25. 1 STK T-shirt
(Omschrijving: wit, merk: Dolce & Gabanna)
26. 1 STK T-shirt
(Omschrijving: wit, merk: Dolce & Gabanna)
27. 1 STK Trui
(Omschrijving: wit met roze, merk: Dsquared2)
28. 1 STK Jas
(Omschrijving: wit, merk: Moncler)
29. 1 STK Parfumerie
(Omschrijving: Dolce & Gabanna)
30. 1 STK Parfum
(Omschrijving: Louis Vuitton)
31. 1 STK Trui
(Omschrijving: wit, merk: Gucci)
32. 1 STK Jurk
(Omschrijving: roze, merk: Givenchy)
33. 1 STK Jurk
(Omschrijving: meerkleurig, merk: Burberry)
34. 1 STK Portemonnee
(Omschrijving: Pasjeshouder komt niet voor in GPS, dus portemonnee gekozen., Louis Vuitton)
35. 1 STK Tas
(Omschrijving: bruin met lichtbruin, merk: Louis Vuitton)
36. 1 STK Parfum
(Omschrijving: zwart, merk: Prada Black)
37. 1 STK Broek
(Omschrijving: meerkleurig, merk: Kenzo)
38. 1 STK Muts
(Omschrijving: grijs, merk: Kenzo)
39. 1 STK Parfumerie
(Omschrijving: Gucci)
40. 1 STK Parfumerie
(Omschrijving: Dior)
41. 1 STK Broek
(Omschrijving: zwart, merk: Dsquared2)
42. 1 STK Tas
(Omschrijving: Tas met zwart met donkergrijze opdruk, zwart, merk: Louis Vuitton)
43. 1 STK Tas
(Omschrijving: zwart, merk: Louis Vuitton)
44. 1 STK Broek
(Omschrijving: donkergrijs, merk: Bailman)
45. 1 STK Jas
(Omschrijving: zwart, merk: Parajumpers)
46. 1 STK Broek
(Omschrijving: donkerblauw, merk: Dolce & Gabbana)
47. 1 STK Riem
(Omschrijving: zwart, merk: Louis Vuitton)
48. 1 PR Schoenen
(Omschrijving: donkerblauw, merk: Givenchy)
49. 1 STK Broek
(Omschrijving: donkergrijs, merk: Dolce & Gabanna)
50. 1 PR Schoenen
(Omschrijving: bruin, merk: Dolce & Gabbana)
51. 1 STK Broek
(Omschrijving: zwart, merk: Dsquared2)
52. 1 STK Jas
(Omschrijving: donkergrijs, merk: Canada Goose)
53. 1 STK Broek
(Omschrijving: donkergrijs, merk: Dolce & Gabbana)
54. 1 DS Kleding
(Omschrijving: Oranje Louis Vuitton doos met een donkergrijs muts en sjaal erin, oranje, merk: Louis Vuitton)
55. 1 PR Schoenen
(Omschrijving: maat 6, 5., Louis Vuitton)
56. 1 STK Jas
(Omschrijving: zwart, merk: Canada Goose)
57. 1 STK Parfumerie
(Omschrijving: La vie est belle, Lancome 100 ml)
58. 1 STK Bril
(Omschrijving: Bril met goudkleurige montuur plus koker., goudkleurig, merk: Cartier)
59. 1 STK Bril
(Omschrijving: zilver, merk: Louis Vuitton)
60. 1 STK Parfumerie
(Omschrijving: roze, merk: Viktor & Rolf)
61. 1 STK Broek
(Omschrijving: grijs, merk: Dolce & Gabbana)
62. 1 PR Schoenen
(Omschrijving: wit, rood, groen, merk: Gucci)
63. 1 PR Schoenen
(Omschrijving: Lichtbruin, merk: UGG)
64. 1 PR Schoenen
(Omschrijving: UGG)
65. 1 PR Schoenen
(Omschrijving: zilver, merk: UGG)
66. 1 PR Schoenen
(Omschrijving: rood, merk: Nike)
67. 1 PR Schoenen
(Omschrijving: zwart, wit, rood, merk: Gucci)
68. 1 PR Schoenen
(Omschrijving: bruin, merk: Burberry)
69. 1 PR Schoenen
(Omschrijving: bruin, merk: UGG)
70. 1 PR Schoenen
(Omschrijving: bruin, merk: Timberland)
71. 1 PR Schoenen
(Omschrijving: blauw, merk: Gucci)
72. 1 PR Schoenen
(Omschrijving: donkerblauw, merk: Louis Vuitton)
73. 1 STK Parfumerie
(Omschrijving: roze, merk: Viktor & Rolf)
74. 1 PR Schoenen
(Omschrijving: heren sneakers, zwart, merk: Louis Vuitton)
75. 1 STK Parfumerie
(Omschrijving: Lancome)
76. 1 PR Schoenen
(Omschrijving: zwart/beige, merk: Valentino)
77. 1 PR Schoenen
(Omschrijving: zwart, merk: UGG)
78. 1 STK Jas
(Omschrijving: zwart/rood, merk: Parajumper)
79. 1 STK Horloge
(Omschrijving: Zilver, merk: Rolex)
gelast de
tenuitvoerleggingvan de bij vonnis van 8 augustus 2017 van de politierechter in deze rechtbank in de zaak met parketnummer 96/067153-17 aan de veroordeelde opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf voor de tijd van 2 (twee) weken.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. J.H. Janssen, voorzitter,
mr. G.A. Bouter-Rijksen en mr. C.E. Bos, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. D. Ince, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 18 juli 2019.
De griffier is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst gewijzigde tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
hij op of omstreeks 22 maart 2019 te Capelle aan den IJssel en/of Rotterdam, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging, althans alleen,
een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1 Categorie III onder 1º van de
Wet wapens en munitie,
te weten een vuurwapen in de zin van artikel 1, onder 3º van die wet in
de vorm van een pistool van het merk Zoraki, type 906, kaliber 7.65mm
en/of
munitie in de zin van artikel 1 onder 4º van de Wet wapens en munitie,
te weten munitie als bedoeld in artikel 2 lid 2 van die wet, van de
Categorie Categorie III te weten 6 kogelpatronen, merk S&B, kaliber 7.65
mm (.32 auto),
voorhanden heeft gehad.
2.
hij in of of omstreeks de periode van 01 januari 2017 tot en met 22
maart 2019, te Rotterdam en/of Capelle aan den IJssel,
althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen,
a)
van een of meer voorwerp(en), te weten
- een of meer geldbedrag(en) van ongeveer 480,50 euro (aangetroffen bij
de verdachte tijdens de insluitingsfouillering) en/of 1.870 euro
(aangetroffen in de woning gelegen aan de [adres]
) en/of 8.000 euro (aangetroffen in de verborgen ruimte van
de Citroen C3 [kentekennummer 1] ) en/of
- luxe goederen, o.a. veel kleding en/of schoenen en/of tassen van o.a.
de merken Gucci, Louis Vuitton, UGG, Moncler, D&G, Kenzo, Burberry,
DSquared2, Givenchy, Valentino, Prada en/of
brillen van de merken Cartier en Louis Vuitton en/of
meerdere parfums van o.a. de merken Louis Vuitton, Gucci en Dior
en/of
een horloge (merk Rolex) en/of
- een of meer personenauto's, te weten een Citroen C3 (kenteken [kentekennummer 1]
) en/of een Renault Clio (kenteken [kentekennummer 2] ) en/of een Volkswagen
Golf ( [kentekennummer 3] ) en/of
- een Ipad en/of
- 58.049,83 euro aan contant geld gestort op bankrekening met nummer
[bankrekeningnummer 1] op naam van [naam 1] en/of 7.475,- euro aan
contant geld gestort op bankrekening met nummer [bankrekeningnummer 2]
op naam van [naam verdachte] , de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding
en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld, dan wel heeft verborgen
en/of verhuld wie de rechthebbende op die/dat voornoemde
voorwerp(en) was,
dan wel
b)
een of meer voorwerp(en), te weten
- een of meer geldbedrag(en) van ongeveer 480,50 euro (aangetroffen bij
de verdachte tijdens de insluitingsfouillering) en/of 1.870 euro
(aangetroffen in de woning gelegen aan de [adres]
) en/of 8.000 euro (aangetroffen in de verborgen ruimte van
de Citroen C3 [kentekennummer 1] ) en/of
- luxe goederen, o.a. veel kleding en/of schoenen en/of tassen van o.a.
de merken Gucci, Louis Vuitton, UGG, Moncler, D&G, Kenzo, Burberry,
DSquared2, Givenchy, Valentino, Prada en/of
brillen van de merken Cartier en Louis Vuitton en/of
meerdere parfums van o.a. de merken Louis Vuitton, Gucci en Dior
en/of
een horloge (merk Rolex)en/of
- een of meer personenauto's, te weten een Citroen C3 (kenteken [kentekennummer 1]
) en/of een Renault Clio (kenteken [kentekennummer 2] ) en/of een Volkswagen
Golf ( [kentekennummer 3] )
- een Ipad en/of
- 58.049,83 euro aan contant geld gestort op bankrekening met nummer
[bankrekeningnummer 1] op naam van [naam 1] en/of 7.475,- euro aan
contant geld gestort op bankrekening met nummer
[bankrekeningnummer 2] op naam van [naam verdachte] ,
heeft verworven en/of voorhanden gehad,
terwijl hij wist en/of redelijkerwijs moest vermoeden dat dat voorwerp geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling
mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 01 januari 2017 tot en met 22 maart
2019, te Rotterdam, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen,
een of meer voorwerp(en), te weten
- een of meer geldbedrag(en) van ongeveer 480,50 euro (aangetroffen bij
de verdachte tijdens de insluitingsfouillering) en/of 1.870 euro
(aangetroffen in de woning gelegen aan de [adres]
) en/of 8.000 euro (aangetroffen in de verborgen ruimte van
de Citroen C3 [kentekennummer 1] ) en/of
- luxe goederen, o.a. veel kleding en/of schoenen en/of tassen van o.a.
de merken Gucci, Louis Vuitton, UGG, Moncler, D&G, Kenzo, Burberry,
DSquared2, Givenchy, Valentino, Prada en/of brillen van de merken
Cartier en Louis Vuitton en/of meerdere parfums van o.a. de merken
Louis Vuitton, Gucci en Dior en/of een horloge (merk Rolex) en/of
- een of meer personenauto's, te weten een Citroen C3 (kenteken [kentekennummer 1]
) en/of een Renault Clio (kenteken [kentekennummer 2] ) en/of een Volkswagen
Golf ( [kentekennummer 3] ), heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad
- een Ipad en/of
- 58.049,83 euro aan contant geld gestort op bankrekening met nummer
[bankrekeningnummer 1] op naam van [naam 1] en/of 7.475,- euro aan
contant geld gestort op bankrekening met nummer
[bankrekeningnummer 2] op naam van [naam verdachte] ,
terwijl hij, verdachte, wist dat dat voorwerp onmiddellijk afkomstig was
uit enig eigen misdrijf.
3.
hij op of omstreeks 22 maart 2019 te Capelle aan den IJssel en/of Rotterdam, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk
aanwezig heeft gehad
800,4 gram, althans een hoeveelheid, van een materiaal bevattende
heroïne en/of 99,5 gram, althans een hoeveelheid, van een materiaal
bevattende cocaïne, zijnde heroïne en/of cocaïne
een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel
aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.