Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden, met aftrek van voorarrest.
4..Waardering van het bewijs
5..Strafbaarheid feiten
(wapen)
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III;
(munitie)
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie ;
(patroonhouder)
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III.
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straf
8..Toepasselijke wettelijke voorschriften
9..Bijlagen
10..Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 7 (zeven) maanden;
op of omstreeks 07 oktober 2018 te Rotterdam
- een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3, gelet op artikel 2, lid 1
van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie,
te weten een pistool, van het merk Glock, type 30, kaliber .45
en/of
- een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3, gelet op artikel 2, lid 1
van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten
een revolver, van het merk Zastava, type .357 Magnum
en/of
- munitie in de zin van artikel 1, onder 4, gelet op artikel 2, lid 2 van
categorie III van de Wet wapens en munitie,
te weten een of meer kogelpatronen
en/of
- een onderdeel/hulpstuk van een vuurwapen in de zin van artikel 1
onder 3, gelet op artikel 2, lid 1 van categorie III onder 1 van de Wet wapens en
munitie, te weten een patroonhouder welke van wezenlijke aard is en
specifiek bestemd is voor een pistool van het merk Glock (alle
modellen), kaliber 9 MM X 19,
voorhanden heeft gehad;