4.3.Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen ten aanzien van feit 1, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en nadien geen vrijspraak is bepleit.
In bijlage III heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen ten aanzien van feit 2, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder ten laste gelegde heeft begaan.
De verdachte heeft de bewezen verklaarde feiten op die wijze begaan dat:
1
hij
op 13 september 2019 te Capelle aan den IJssel
- een wapen als bedoeld in art. 2 lid 1 Categorie III onder 1º van de Wet
wapens en munitie, te weten een vuurwapen in de zin van artikel 1,
onder 3º van die wet in de vorm van een pistool van het merk/type
Glock 26 Gen 4, kaliber 9 mm en
- munitie in de zin van art. 1 onder 4 van de Wet wapens en munitie,
te weten munitie als bedoeld in art. 2 lid 2 van die wet, van de categorie
III, te weten 27 stuks kogelpatronen (merk/type S&B, kaliber 9 mm)
- 2 patroonhouders, geschikt/bestemd voor (een) wapen(s) van categorie
III, te weten een vuurwapen (merk Glock, kaliber 9 mm)
voorhanden heeft gehad;
2
hij op 13 september 2019 te Capelle aan den IJssel
opzettelijk aanwezig heeft gehad,
- 985,8 gram van een materiaal
bevattende cocaïne en-995 gram van een materiaal
bevattende cocaïne en
- 998,5 gram van een materiaal
bevattende cocaïne enzijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet
behorende lijst I,
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.