Uitspraak
[naam verdachte],
Onderzoek op de terechtzitting
Tenlastelegging
Eis officier van justitie
- vrijspraak van het in de zaak met parketnummer 10/001328-19 onder 1 primair ten laste gelegde;
- bewezenverklaring van het in de zaak met parketnummer 10/001328-19 onder 1 subsidiair, het onder 2 primair, 3 en 4 primair ten laste gelegde, alsmede bewezenverklaring van het in de zaak met parketnummer 10/217539-18 onder 1, 2 en 3 en in de zaak met parketnummer 10/018537-18 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en oplegging van de bijzondere voorwaarden als geadviseerd in het door Reclassering Nederland op 25 maart 2019 over de verdachte opgemaakte rapport;
- dadelijke uitvoerbaarheid van de aan de verdachte op te leggen voorwaarden en het toezicht op de naleving daarvan;
- tenuitvoerlegging van het voorwaardelijk opgelegde strafdeel (2 maanden gevangenisstraf) in de zaak met parketnummer 10/660123-18;
Geldigheid dagvaarding
De zaak met parketnummer 10/001328-19 feit 3:
Waardering van het bewijs
Voor wat betreft de camerabeelden overweegt de rechtbank dat zij op die beelden heeft waargenomen dat de verdachte met een voorwerp in de hand een beweging maakt in de richting van [naam slachtoffer 1] en dat [naam slachtoffer 1] die beweging ontwijkt en daarna een paar passen wegrent. Een dergelijke reactie past niet bij enkel een uithaal met een sigaret, nog daargelaten dat [naam slachtoffer 1] expliciet verklaart over een mes en dat ook uit andere bewijsmiddelen blijkt dat de verdachte die nacht een mes had. Onduidelijk is hoe dicht verdachte toen bij [naam slachtoffer 1] stond. Hierdoor kan niet worden beoordeeld of de verdachte het opzet had, ook in voorwaardelijke zin, om [naam slachtoffer 1] zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, dan wel diens dood te veroorzaken. De rechtbank volgt daarom de officier van justitie niet en zal de verdachte (ook) van dit primaire feit vrijspreken. Wel acht de rechtbank de subsidiair tenlastegelegde bedreiging met zware mishandeling wettig en overtuigend bewezen.
die toebehoordeaan die [naam slachtoffer 2],
dietoebehoorde(
n)aan [naam slachtoffer 2]
ente doen vergezellen
dietoebehoorde aan [naam slachtoffer 3],
diewederrechtelijk toe te eigenen,
dietoebehoorde aan [naam slachtoffer 4], heeft weggenomen
diewederrechtelijk toe te eigenen,
diewederrechtelijk toe te eigenen,
2018te Rotterdammunitie in de zin van art. 1 onder 4º van de Wet wapens en munitie, te
Strafbaarheid feiten
afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd op de openbare weg,
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid van de Wet wapens en munitie.
Strafbaarheid verdachte
Motivering straf
De verdachte heeft kort daarna een bekende van hem bedreigd met een mes.
Straf
Vordering benadeelde partij/schadevergoedingsmaatregel
Vordering tenuitvoerlegging
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Bijlagen
Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 14 (veertien) maanden;
groot 4 (vier) maandenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
€ 1.460,-- (zegge: eenduizend vierhonderdzestig euro), bestaande uit € 460,-- aan materiële schade en € 1.000,-- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 1 januari 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [naam benadeelde] te betalen
€ 1.460,--(hoofdsom,
zegge: eenduizend vierhonderdzestig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 januari 2019 tot aan de dag van de algehele voldoening;
24 dagen; toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op;