“Artikel 17. Non-concurrentiebeding
Het is werknemer tijdens en gedurende 1 jaar na beëindiging van het dienstverband, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van werkgever, niet toegestaan om binnen een straal van 30 kilometer vanaf het adres van de vestiging van de werkgever, waar werknemer werkzaam was, in enige vorm, direct of indirect, werkzaamheden voor derden te verrichten, gelijk of gelijksoortig aan de werkzaamheden die werkgever verricht, of voor eigen rekening een onderneming te drijven of daarbij betrokken te zijn, gelijk of gelijksoortig aan die van werkgever.
Het is werknemer verboden, behoudens schriftelijke toestemming van werkgever, om gedurende 1 jaar na het einde van deze overeenkomst direct of indirect, voor zichzelf of voor anderen werkzaamheden te verrichten of diensten te verlenen, gelijk of gelijksoortig aan de door werkgever verrichte werkzaamheden c.q. verleende diensten en/of betrokken te zijn bij dergelijke werkzaamheden en diensten ten behoeve van personen, instellingen of bedrijven die in de periode van 24 maanden voorafgaand aan het einde van het dienstverband behoorden tot de cliënten of relaties van werkgever, dan wel met dergelijke cliënten c.q. relaties (actief of passief) contacten te onderhouden.
Dit beding is noodzakelijk om zwaarwichtige bedrijfsbelangen te beschermen. Dit betreft ten eerste het belang van werkgever om haar klanten, relaties en knowhow te behouden. Ten tweede dient het ter voorkoming van het risico dat bedrijfsgeheimen of andere belangrijke strategische en/of beleidsmatige informatie van de onderneming, zouden worden doorgespeeld aan een concurrent. Het betreft hier informatie waarvan de werknemer in de uitoefening van zijn functie kennis neemt, en die de onderneming zou kunnen schaden indien de werknemer deze informatie elders verspreidt.
Artikel 18. Relatiebeding
Het is werknemer evenmin toegestaan om gedurende een periode van 12 maanden na het einde van de arbeidsovereenkomst op enige wijze zakelijke betrekkingen aan te gaan of te onderhouden met (voormalige) relaties van Werkgever, behoudens de voorafgaande schriftelijke toestemming van werkgever. (…)
Artikel 21. Boetebeding
Werknemer is van rechtswege in gebreke indien hij in strijd met zijn verplichtingen uit hoofde van de artikelen 15 t/m 20 handelt en zal – voor zover nodig – in afwijking van artikel 7:650 derde lid BW voor iedere overtreding een voor werkgever bestemde boete verbeuren waarvan het bedrag overeenkomt met € 2.000 per overtreding , alsmede een boete gelijk aan € 200 voor elke dag dat de overtreding of de niet nakoming voortduurt, onverminderd het recht van de werkgever nakoming van deze overeenkomst te verlangen en onverminderd het recht van werkgever om in plaats van de boete volledige schadevergoeding te vorderen.”