Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- vrijspraak van het alternatief ten laste gelegde onder a;
- bewezenverklaring van het alternatief ten laste gelegde onder b;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden met aftrek van voorarrest, waarbij rekening is gehouden met de overschrijding van de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6 EVRM.
4.Waardering van het bewijs
.Daar komt bij dat in de tapgesprekken die vooraf zijn gegaan aan de overdracht van het geld, en de chats zoals aangetroffen op de telefoon van de verdachte, geen enkele bevestiging te vinden is voor het feit dat het om de handel in babymelkpoeder zou gaan. De gesprekken geven eerder de indruk dat het om undergroundbanking gaat. Bovendien is het geldbedrag dat de verdachte in de Ikea in ontvangst heeft genomen vele malen hoger dan het bedrag dat hij volgens zijn verklaring zou ontvangen voor de verkoop van babymelkpoeder en potten gezichtscrème. Een geloofwaardige verklaring voor het grote verschil heeft de verdachte niet gegeven.
5.Strafbaarheid feit
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.In beslag genomen voorwerpen
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 3 (drie) maanden;
- verklaart verbeurd als bijkomende straf voor het bewezen verklaarde feit: het onder nummer 1 genoemde geldbedrag van 68.800 euro