Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1 en 2 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 154 dagen met aftrek van voorarrest, waarvan 150 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar en als bijzondere voorwaarden dat de verdachte zich zal gedragen naar de aanwijzingen van de reclassering, dat hij zal meewerken aan de gestarte ambulante begeleiding van Middin en dat hij wordt verplicht om de gestarte behandeling gericht op zeden bij Fivoor, of soortgelijke ambulante forensische zorg, af te maken en deze bijzondere voorwaarden dadelijk uitvoerbaar te verklaren.
4.Waardering van het bewijs
5.Strafbaarheid feiten
1.feitelijke aanranding van de eerbaarheid
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.Vordering benadeelde partij / schadevergoedingsmaatregel
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 124 (honderdvierentwintig) dagen;
€ 200,- (zegge: tweehonderd euro)aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 13 oktober 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;
maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen
€ 200,-(hoofdsom,
zegge: tweehonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 13 oktober 2018 tot aan de dag van de algehele voldoening; beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van het bedrag van € 200,- vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
4 dagen; toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op;