Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Oplegging van het huisverbod
2.Verlenging van het huisverbod
Kortsluiten
Spoedeisend belang
Beoordeling gronden
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 17 december 2019 uitspraak gedaan in een beroep en een verzoek om voorlopige voorziening met betrekking tot een huisverbod dat was opgelegd aan verzoeker. Het huisverbod was oorspronkelijk opgelegd op 2 december 2019 en verlengd op 11 december 2019. Verzoeker heeft beroep ingesteld tegen deze besluiten en verzocht om een voorlopige voorziening. De rechtbank oordeelde dat verzoeker niet-ontvankelijk was in zijn beroep tegen het opgelegde huisverbod, omdat dit huisverbod op 12 december 2019 was afgelopen. Verzoeker had geen belang bij de verzochte voorlopige voorziening, aangezien het huisverbod niet langer van kracht was. Daarnaast oordeelde de rechtbank dat het verzoek om voorlopige voorziening ten aanzien van het verlengde huisverbod werd afgewezen, omdat het gevaar voor de veiligheid van de moeder van verzoeker nog steeds aanwezig was. De voorzieningenrechter concludeerde dat er geen feiten of omstandigheden waren die erop wezen dat het gevaar was geweken. De rechtbank heeft ook geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak benadrukt het belang van de veiligheid van betrokkenen en de noodzaak van hulpverlening in dergelijke situaties.