ECLI:NL:RBROT:2019:10665
Rechtbank Rotterdam
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van loon na overgang van onderneming en ontbinding van koopovereenkomst
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 31 december 2019 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [naam eiseres] en LWA Holding B.V. en Thuis in Zorg Rotterdam B.V. (TiZR). De zaak betreft een vordering van [naam eiseres] tot betaling van haar loon na de overgang van haar arbeidsovereenkomst naar LWA, als gevolg van een koopovereenkomst tussen LWA en haar voormalige werkgever, Thuis in Zorg Rotterdam B.V. De arbeidsovereenkomst van [naam eiseres] was oorspronkelijk met Thuis in Zorg Rotterdam B.V. en is per 1 oktober 2019 overgegaan naar LWA, zoals bepaald in de koopovereenkomst. Echter, LWA heeft de koopovereenkomst op 29 oktober 2019 ontbonden, omdat drie zorgverzekeraars geen samenwerking met hen wilden aangaan. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de arbeidsovereenkomst van [naam eiseres] van rechtswege is overgegaan naar LWA, ondanks de ontbinding van de koopovereenkomst, omdat de ongedaanmakingsverbintenissen nog niet waren afgerond. De kantonrechter heeft geoordeeld dat LWA gehouden is om het loon van [naam eiseres] te betalen vanaf 11 oktober 2019 tot en met 31 december 2019, vermeerderd met een wettelijke verhoging en wettelijke rente. De vordering tegen TiZR is afgewezen, omdat deze geen zelfstandige proceskosten heeft gemaakt. De uitspraak is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.