Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
uitspraak van de meervoudige kamer 14 februari 2019 in de zaken tussen
Eiprodukten Wulro B.V., te Weert, eiseres,
de Minister voor Medische Zorg, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
e-mail aangegeven dat eiseres ten aanzien van de partijen die op basis van de berekening boven de MRL uitkomen zo snel mogelijk melding dient te doen met opgave van traceringsgegevens via de NVWA-website, en afnemers zo spoedig mogelijk dient te informeren naar aanleiding van deze resultaten.
18 september 2017 deze gegevens aan eiseres verstrekt en haar verzocht op basis daarvan een nieuwe berekening uit te voeren en voor zover de uitslagen van de berekening daartoe aanleiding geven, haar afnemers te informeren en de NVWA in kennis te stellen van de door haar ondernomen acties. Daarbij heeft de NVWA de in de brief van 15 september 2017 genoemde termijn verlengd tot dinsdag 19 september 2017 om 17:00 uur.
Om 21:37 uur heeft eiseres toelichting gegeven op de lege velden. Op 21 september 2017, om 11:55 uur heeft eiseres de door haar aan haar afnemers toegestuurde brieven overgelegd aan de NVWA.
– zoals weergeven onder 3.1. – als reactie op hetgeen eiseres in beroep heeft aangevoerd gewijzigd en aangevuld door die niet langer te doen steunen op de door het Standing Committee op 30 augustus 2017 vastgestelde omrekenfactoren voor diverse geconcentreerde eiproducten en door de verantwoordelijkheid voor het maken van de risicoberekening ten aanzien van de MRL neer te leggen bij levensmiddelexploitanten, in dit geval eiseres. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat de bestreden besluiten onzorgvuldig zijn voorbereid en daarom in strijd met artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zijn genomen. De rechtbank verklaart de beroepen van eiseres daarom gegrond en vernietigt de bestreden besluiten. De rechtbank beoordeelt hierna of er aanleiding bestaat om te bepalen dat de rechtsgevolgen van de bestreden besluiten in stand kunnen blijven of om zelf in de zaak te voorzien.
Uit bijlage III bij Verordening (EG) 396/2005 zoals gewijzigd bij Verordening (EG) 1127/2014 volgt dat voor kippeneieren sinds 1 januari 2017 voor fipronil een MRL van 0,005 ugl/kg geldt. Het was aan eiseres om aan de hand van haar verwerkings- of mengprocédé na te gaan of de bestrijdingsmiddelenresiduen in het verwerkte of gemengde product die MRL niet overschrijden en om dus te beoordelen of haar eindproducten voldoen aan dit voedselveiligheidsvoorschrift. Het betoog dat een wettelijke grondslag voor de lasten onder dwangsom ontbreekt, faalt.
24 november 2015, ECLI:NL:CBB:2015:397, behoort het informeren van afnemers over de constatering van fipronil boven de MRL tot de in te leiden procedures op grond van artikel 19, eerste lid, van Verordening (EG) 178/2002. Het betoog van eiseres gericht tegen dit deel van de last, slaagt niet.
Op 20 september 2017 is om 11:32 uur een toelichting gevraagd op de lege velden op de Theoretische risico analyse lijst. Vervolgens is om 18:05 uur de last opgelegd. Verweerder heeft zich bij bestreden besluit 2 op het standpunt gesteld dat het wellicht achteraf bezien gelukkiger was geweest indien het antwoord van eiseres was afgewacht alvorens de last werd opgelegd, maar dat dit geen afbreuk doet aan de rechtmatigheid van de last. De rechtbank is van oordeel dat het op de weg van verweerder had gelegen om een reactie van eiseres af te wachten of om contact op te nemen met eiseres om een termijn te stellen voor het geven van een toelichting op de lege velden. Door geen van beide te doen en hangende het verzoek om een toelichting de last op te leggen, berust de last in zoverre niet op een zorgvuldige voorbereiding. Verweerder heeft de last dan ook in zoverre ten onrechte in bezwaar niet herroepen.
De te vergoeden kosten stelt de rechtbank in deze samenhangende zaken op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 2.048,- (1 punt voor het indienen van het bezwaarschrift en 1 punt voor het verschijnen ter hoorzitting, 1 punt voor het indienen van het beroepschrift en 1 punt voor het verschijnen ter zitting met een waarde per punt van € 512,- en een wegingsfactor 1).
Beslissing
- verklaart de beroepen gegrond;
- vernietigt de bestreden besluiten;
- bepaalt dat de rechtsgevolgen van bestreden besluit 1 geheel in stand blijven;
- herroept primair besluit 2 voor zover eiseres daarin is gelast:
- bepaalt dat deze uitspraak in zoverre in de plaats treedt van bestreden besluit 2;
- bepaalt dat de rechtsgevolgen van bestreden besluit 2 voor het overige in stand blijven;
- bepaalt dat verweerder aan eiseres het betaalde griffierecht van in totaal € 676,- vergoedt;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten tot een bedrag van € 2.048,- te betalen aan eisers.