In deze zaak heeft de kantonrechter te Rotterdam op 31 oktober 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen een werknemer, aangeduid als [verzoeker], en zijn werkgever, de besloten vennootschap Mythos B.V. Het geschil ontstond na het ontslag van [verzoeker] op 30 juni 2019, dat door Mythos op staande voet was gegeven. [verzoeker] had zich op die dag ziekgemeld via een WhatsApp-bericht, maar Mythos beschouwde dit als een wanprestatie omdat hij zich te laat had afgemeld. De kantonrechter oordeelde dat Mythos niet bevoegd was om het ontslag op staande voet te geven, omdat het bericht van [verzoeker] als een ziekmelding moest worden opgevat. De rechter stelde vast dat Mythos onvoldoende had gedaan om de situatie te verhelderen, zoals het inschakelen van een bedrijfsarts. Hierdoor was er geen dringende reden voor ontslag.
[verzoeker] verzocht om een billijke vergoeding van € 7.000,00, schadevergoeding wegens onregelmatige opzegging van € 1.548,67, en achterstallig loon van € 1.433,96 per maand. De kantonrechter oordeelde dat [verzoeker] recht had op een billijke vergoeding van € 1.500,00 en de schadevergoeding van € 1.548,67 werd ook toegewezen. Daarnaast werd het achterstallige loon over de periode van zijn dienstverband toegewezen, evenals de gevorderde overuren van € 438,19. Mythos werd veroordeeld tot betaling van deze bedragen, vermeerderd met wettelijke rente en een dwangsom voor het niet verstrekken van een correcte eindafrekening. De proceskosten werden ook aan Mythos opgelegd, omdat zij als de in het ongelijk gestelde partij werd aangemerkt.