Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1 (primair) en 2 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 12 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar en met als bijzondere voorwaarden een meldplicht en ambulante behandeling zoals geadviseerd door de reclassering in het rapport van 6 juni 2019;
- oplegging van een vrijheidsbeperkende maatregel op grond van artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr), te weten een contactverbod met [naam slachtoffer 1] en haar ouders, gedurende 5 jaar, waarbij 1 maand vervangende hechtenis dient te worden toegepast bij elke overtreding van dat verbod, met een maximum van 6 maanden;
- dadelijke uitvoerbaarheid van de op te leggen bijzondere voorwaarden en van de op te leggen vrijheidsbeperkende maatregel;
- opheffing van de schorsing van de voorlopige hechtenis per datum van de uitspraak.
4.Waardering van het bewijs
enandere feitelijkheden [naam slachtoffer 1] heeft gedwongen tot het
5.Strafbaarheid feit
verkrachting.
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.Vorderingen benadeelde partijen / schadevergoedingsmaatregel
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 28 (achtentwintig) maanden;
10 (tien) maanden niet ten uitvoerzal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
€ 5.223,60 (zegge: vijfduizendtweehonderdrieëntwintig euro en zestig cent), bestaande uit € 223,60 aan materiële schade en € 5.000,00 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 24 november 2018 tot aan de dag van voldoening;
maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen
€ 5.223,60 (zegge: vijfduizendtweehonderdrieëntwintig euro en zestig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 24 november 2018 tot aan de dag van de algehele voldoening; beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van het bedrag vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
61 dagen; toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op;