Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- het tussenvonnis van 20 juni 2018 (hierna: het tussenvonnis) alsmede de daaraan ten grondslag liggende (proces)stukken, die zijn genoemd onder 1.1 van het tussenvonnis;
- de op de rol van 1 augustus 2018 door de SCC’s genomen conclusie na comparitie tevens wijziging van eis;
- de op de rol van 24 oktober 2018 door Bogenda genomen antwoordconclusie na comparitie tevens akte wijziging eis;
- de op de rol van 19 december 2018 door de SCC’s genomen akte n.a.v. de gewijzigde eis.
2.De vaststaande feiten
3.De eiswijziging in conventie in alle vier zaken en de beoordeling daarvan
“[veroordeling van de SCC’s tot betaling van] schadevergoeding nader op te maken bij staat, bestaande uit winstderving op de (niet-uitgevoerde) regiewerkzaamheden”, welke vordering Bogenda in haar toelichting op deze vordering aanmerkt als een vordering tot verklaring voor recht. Weliswaar hebben de SCC’s in alle vier zaken in hun op de rol van 19 december 2018 genomen aktes n.a.v. de gewijzigde eis uitvoerig verweer gevoerd tegen deze gewijzigde (vermeerderde) vorderingen van Bogenda, maar daarin valt niet te lezen dat zij tegen deze eiswijzigingen (eisvermeerderingen) op zichzelf bezwaar maken op de voet van artikel 130 Rv (strijdigheid met de eisen van een goede procesorde).
4.De eiswijziging in reconventie in alle vier zaken en de beoordeling daarvan
5.De verdere beoordeling
zowel in conventie als in reconventie in alle vier zaken
a) de vertegenwoordigde zijn kantoor of, bij gebreke daarvan, zijn gewone verblijfplaats in die Staat heeft en de vertegenwoordiger op naam van de vertegenwoordigde heeft gehandeld; of
- De hiervoor onder 2.5 genoemde eerste overeenkomst die Bogenda met ieder van de SCC’s heeft gesloten is de overeenkomst die in november 2014 is gesloten en die inhield dat Bogenda op ‘regiebasis’ werkzaamheden zou verrichten aan de desbetreffende sleepboot zodat deze sleepboot weer zou voldoen aan de eisen van ‘klasse’, aangezien de klasse-goedkeuring verlopen was en de sleepboot zonder klassegoedkeuring niet kon worden geëxploiteerd; de werkzaamheden aan de sleepboten zouden in dit kader plaatsvinden in overleg met het classificatiebureau RINA Services en in overleg met de desbetreffende SCC; deze eerste overeenkomst is mondeling gesloten;
- Zowel op de eerste overeenkomst als op de tweede overeenkomst, de ‘engine top overhaul’-overeenkomst, zijn de Metaalunievoorwaarden van toepassing;
- Bogenda heeft gedurende een aantal maanden werkzaamheden verricht aan de sleepboten, maar zij heeft, ondanks de met de SCC’s gemaakte afspraken, niet voor al deze werkzaamheden betaald gekregen; de SCC’s zijn terzake in verzuim geraakt;
- Wegens deze toerekenbare tekortkoming van de SCC’s is Bogenda overgegaan tot ontbinding van de ‘engine top overhaul’-overeenkomsten; op grond hiervan zijn de SCC’s Bogenda schadevergoeding verschuldigd;
- De SCC’s zijn ook nog contractuele rente dan wel wettelijke handelsrente verschuldigd alsmede buitengerechtelijke incassokosten en kosten ex artikel 706 Rv voor de door Bogenda gelegde conservatoire beslagen.
- de onder I gevorderde hoofdsom die aanvankelijk € 9.822,61 bedroeg is vermeerderd tot
- het gevorderde schadebedrag van € 41.319,16 is gewijzigd in een vordering tot schadevergoeding nader op te maken bij staat, bestaande uit winstderving op de (niet-uitgevoerde) werkzaamheden;
- de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten van € 3.577,09 zijn ongewijzigd gebleven;
- de gevorderde beslagkosten van € 1.899,02 zijn ongewijzigd gebleven.
- de onder I gevorderde hoofdsom die aanvankelijk € 74.634,48 bedroeg is vermeerderd tot
- het gevorderde schadebedrag van € 33.750,-- is gewijzigd in een vordering tot schadevergoeding nader op te maken bij staat, bestaande uit winstderving op de (niet-uitgevoerde) werkzaamheden;
- de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten van € 5.471,53 zijn ongewijzigd gebleven;
- de onder I gevorderde hoofdsom die aanvankelijk € 85.837,28 bedroeg is vermeerderd tot
- het gevorderde schadebedrag van € 33.750,-- is gewijzigd in een vordering tot schadevergoeding nader op te maken bij staat, bestaande uit winstderving op de (niet-uitgevoerde) werkzaamheden;
- de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten van € 2.499,52 zijn ongewijzigd gebleven;
- het gevorderde schadebedrag van € 33.750,-- is gewijzigd in een vordering tot schadevergoeding nader op te maken bij staat, bestaande uit winstderving op de (niet-uitgevoerde) werkzaamheden;
- de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten van € 5.807,69 zijn ongewijzigd gebleven;
- de gevorderde beslagkosten van € 1.899,02 zijn ongewijzigd gebleven.
- de conclusie van antwoord tevens conclusie van eis in reconventie van de SCC’s;
- de conclusie van antwoord in reconventie tevens akte overlegging producties in conventie en in het incident ex art 223 Rv van Bogenda;
- het proces-verbaal van comparitie en van pleidooizitting in het incident ex art. 223 Rv gehouden op 24 november 2017;
- de conclusie na comparitie tevens wijziging van eis van de SCC’s;
- de antwoordconclusie na comparitie tevens akte wijziging eis van Bogenda;
- de akte n.a.v. de gewijzigde eis van de SCC’s.
6.De beslissing
- dat zij met Bogenda een vaste prijs althans adviesprijs van € 150.000,- per sleepboot waren overeengekomen om de sleepboot naar Rina-klasse te brengen , en
- dat zij aan Bogenda de betalingen hebben gedaan die zij stellen ter zake van de reparaties te hebben gedaan;
Administratie handel en haven, afdeling planningsadministratie, kamer E13.31, Postbus 50954, 3007 BR Rotterdam, faxnummer 088-3610555- de te horen getuigen en de verhinderdagen van de getuigen, alle partijen en hun advocaten in de maanden
februari tot en met april 2020moeten opgeven, waarna dag/dagen en uur van het getuigenverhoor zal worden bepaald;
Administratie handel en haven, afdeling roladministratie, kamer E13.31, Postbus 50954, 3007 BR Rotterdam, faxnummer 088-3610554- en aan de SCC’s respectievelijk Bogenda moeten opgeven, waarna de verdere procesvoering zal worden bepaald;
Administratie handel en haven, afdeling planningsadministratie, kamer E13.31, Postbus 50954, 3007 BR Rotterdam, faxnummer 088-3610555- en de wederpartij moeten toesturen;