De rechtbank zal als grondslag voor de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel nemen het ambtsedig proces-verbaal van Politie Eenheid Rotterdam, proces-verbaalnummer [procesverbaalnummer] (documentcode [code nummer 1] ; onderzoek [naam onderzoek] ) van 5 maart 2018 (pagina’s 1-14) met bijlagen (doorgenummerde dossierpagina’s 1-268) en het bijbehorende ambtsedig proces-verbaal van Politie Eenheid Rotterdam, documentcode [code nummer 2] (zaaksdossier [naam veroordeelde] ) van 5 maart 2018 (pagina’s 1-9) met bijlagen (doorgenummerde dossierpagina’s 1-44).
Uit voornoemd proces-verbaal blijkt het navolgende:
Onderzoek Geldstromen:
Naar aanleiding van de aangifte werd nader onderzoek gedaan naar bankrekening [bankrekeningnummer 1] . Bankrekening [bankrekeningnummer 1] heeft als IBAN [bankrekeningnummer 1] en betreft een betaalrekening op naam van [naam veroordeelde] , geboren op [geboortedatum veroordeelde] , wonende aan de [adres veroordeelde] , [woonplaats veroordeelde] .
De banktransacties van bankrekening [bankrekeningnummer 1] werden opgevraagd en over periode vanaf 3 november 2008 tot en met 28 februari 2012 ontvangen.
Uit de banktransacties van bankrekening [bankrekeningnummer 1] blijkt dat er in totaal 22 maal geld is overgeboekt van de bankrekening van [naam bedrijf 2] naar de bankrekening van [naam veroordeelde] voor een totaal bedrag van € 109.372,51.
Uit analyse van bankrekening [bankrekeningnummer 1] blijkt van de volgende bij- en afschrijvingen over de periode van 3 november 2008 tot en met 28 februari 2012:
Uit de analyse van bankrekening [bankrekeningnummer 1] blijkt dat al het geld is uitgegeven. Nader onderzoek is gedaan naar de aankoop van een auto, € 30.300, en naar de overboekingen naar bankrekening [bankrekeningnummer 2] , € 51.445,87.
Bankrekening [bankrekeningnummer 2] is een en/of betaalrekening op naam van:
[naam medeverdachte] , geboren op [geboortedatum medeverdachte] , wonende aan de [adres medeverdachte] , [woonplaats medeverdachte] en [naam veroordeelde] , geboren op [geboortedatum veroordeelde] , wonende aan de [adres veroordeelde] , [woonplaats veroordeelde] .
Uit GBA blijkt dat [naam medeverdachte] de echtgenote is van [naam veroordeelde] .
De banktransacties van bankrekening [bankrekeningnummer 2] werden opgevraagd en over de periode van 3 november 2008 tot en met 1 maart 2013 ontvangen.
Uit analyse van bankrekening [bankrekeningnummer 2] blijkt van de volgende bij- en afschrijvingen over de periode van 3 november 2008 tot en met 1 maart 2013.
Uit de analyse van bankrekening [bankrekeningnummer 2] blijkt dat al het geld is uitgegeven.
Aanschaf auto:
Uit de banktransacties van bankrekening [bankrekeningnummer 1] blijkt dat op 15 april 2010 een bedrag van € 30.300 is overgemaakt naar bankrekening [bankrekeningnummer 3] met als omschrijving: " [naam omschrijving]
.
[naam bedrijf 3] , ook wel de [naam bedrijf 3] , betreft een autodealer.
Bij [naam bedrijf 3] werden de gegevens opgevraagd behorende bij deze betaling aan [naam bedrijf 3] en ontvangen.
Hieruit bleek dat [naam veroordeelde] een nieuwe auto, een Renault Grand Senic met kenteken [kentekennummer 1] , heeft gekocht en zijn oude auto, een Renault Laguna met kenteken [kentekennummer 2] , heeft ingeruild. (Documentcode [code nummer 3] , page, 32 t/m 36)
Resumé:
Uit de banktransacties blijkt dat tussen november 2008 en februari 2011 € 109.372,51 van de bankrekening van [naam bedrijf 2] is overgeboekt naar de bankrekening van [naam veroordeelde] .
Het geld werd onder meer uitgegeven aan de aankoop van een auto (€ 30.300) en overgeboekt naar de en/of bankrekening van [naam veroordeelde] en zijn echtgenote [naam medeverdachte] (ruim € 50.000). Daarnaast vonden er contante opnames plaats (ruim € 22.500).
Ook al het geld wat overgeboekt is naar de en/of bankrekening van [naam veroordeelde] en zijn echtgenote [naam medeverdachte] is geheel uitgegeven of contant opgenomen.
Wederrechtelijk verkregen vermogen:
Uit de analyse van bankrekening [bankrekeningnummer 1] ten name van [naam veroordeelde] blijkt dat het geld wat afkomstig is van [naam bedrijf 2] zelf is aangewend of is doorgeboekt naar bankrekening [bankrekeningnummer 2] ten name van hemzelf en zijn echtgenote [naam medeverdachte] . Ook dit geld is zelf aangewend en niet doorgestort naar derden.
Op bankrekening [bankrekeningnummer 1] van [naam veroordeelde] werd € 109.372,51 bijgeschreven afkomstig van [naam bedrijf 2] .
Hiervan werd per saldo (51.445,87 - 650 =) € 50.796,87 door gestort naar bankrekening [bankrekeningnummer 2] van [naam veroordeelde] en/of [naam medeverdachte] .
Al het geld is uitgegeven of contant opgenomen. Uit niets blijkt dat geld is doorgeboekt naar andere verdachten.
Het wederrechtelijk verkregen vermogen van [naam veroordeelde] bedraagt dan ook
€ 109.372,51.