Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Het verloop van de procedure
- het inleidend exploot van dagvaarding van 12 maart 2019, met 6 producties;
- het verstekvonnis van 10 april 2019;
- het verzetexploot van 10 mei 2019, met 4 producties;
- het tussenvonnis van 8 juli 2019, waarbij een comparitie van partijen is bepaald;
- de brief van Mammoet van 10 oktober 2019, met 2 aanvullende producties;
- de brief van [eiser] van 11 oktober 2019, met een verbetering van (de bijlage bij) productie 4 en een vermeerdering van eis;
- het proces-verbaal van de op 18 oktober 2019 gehouden comparitie van partijen;
- de spreekaantekeningen van [eiser] ;
- de spreekaantekeningen van Mammoet.
2.De vaststaande feiten
- Het functieloon van 1 dag vermeerderd met de persoonlijke toeslag en de ploegentoeslag;
- Het gemiddelde bedrag dat in het voorafgaande kalenderjaar per dag is ontvangen aan een structurele vergoeding van de toeslagen voor de zaterdag- en zondaguren (art. 33), de Toeslagenmatrix (art. 37) de vuilwerktoeslag (art. 38A), de koudetoeslag (art. 38B), de consignatievergoeding (art. 42), de reisuren voor de werknemers op mobiele kranen (art. 47) en de onregelmatigheidstoeslag (art. 55). In verband met het niet altijd structurele karakter van deze vergoedingen wordt 90% van de totale waarde meegenomen in de berekening;
- Het gemiddelde bedrag dat in het voorafgaande kalenderjaar per dag is ontvangen aan een structurele vergoeding van overuren, zaterdag- en zondaguren voor zover deze de 40 uur per week overschrijden. In verband met het niet altijd structurele karakter van deze vergoedingen wordt dit bedrag vervolgens afgetopt op 22,75% van het functieloon.
3.De vordering
4.Het verweer
5.De beoordeling
“(…)
6.De beslissing
woensdag 5 februari 2020 te 15.30 uurbij akte dient uit te laten of, en zo ja op welke wijze, hij voornoemd bewijs wenst te leveren, onder aantekening dat een schriftelijk stuk dat niet op de zitting wordt overhandigd uiterlijk de dag vóór genoemde rolzitting om 12.00 uur ter griffie ontvangen moet zijn;
het aantal en de personalia der door hem voor te brengen getuigen alsook van de verhinderdata van
beide partijenvoor de daaropvolgende vier maanden; [eiser] zal te zijner tijd zelf hebben zorg te dragen voor behoorlijke oproeping van de getuigen;