Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding, met producties 1 tot en met 3;
- de brief van 31 oktober 2019 van mr. Hoogendoorn, met producties 1 tot en met 6;
- de brief van 31 oktober 2019 van mr. Hoogendoorn, met productie 7;
- de brief van 31 oktober 2019 van mr. Hoogendoorn, met de aankondiging van een vordering in reconventie;
- het faxbericht van 1 november 2019 van mr. Stapel;
- het faxbericht van 1 november 2019 van mr. Hoogendoorn;
- de mondelinge behandeling op 4 november 2019;
- de pleitnota van [naam gedaagde] , tevens vordering in reconventie.
2.De feiten
5.De beslissing
3.Het geschil in conventie
4.Het geschil in reconventie
[naam website]en Facebookpagina te verwijderen en verwijderd te houden en het [verweerder] te verbieden deze artikelen of delen daaruit op enigerlei wijze te (doen) publiceren, op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 per dag met een maximum van € 100.000,00, alsmede [eiser] ex artikel 3:299 BW te machtigen om, op kosten van [verweerder] , zelf de publicaties te verwijderen als [verweerder] het gebod niet ten uitvoer legt,
5.De beoordeling in conventie
Ten aanzien van de spoedeisendheid van de zaak
€ 980,00
6.De beoordeling in reconventie
Ten aanzien van het spoedeisend belang
heeft op de dag van de moord (…) precies aan [naam 2] verteld waar, hoe en door wie Marianne Vaatstra is vermoorden
[eiser] heeft op de dag van de moord de(…) toedracht van de moord aan de politie vertelden
[eiser] (…) die op dag 1 aan de politie heeft verteld door wie en waar haar dochter [Marianne Vaatstra] werkelijk is vermoord. Deze zinsneden impliceren dat [eiser] getuige is geweest van de moord op Marianne Vaatstra. De in het artikel ‘Ik hoop dat [naam 8] het nu een beetje begrijpt ….’ vermelde zin dat
[eiser] kennis van de moord heeft, impliceert dat [eiser] getuige, (mede)dader en/of medeplichtige is. Het vorenstaande betekent dat [verweerder] zich niet aan het verbod gehouden heeft. De vordering onder I om [verweerder] te gelasten de artikelen van de website te verwijderen en verwijderd te houden, wordt daarom toegewezen. Aan deze veroordeling wordt een termijn van één week verbonden. Voor het geval Wordpress ondanks reële executie niet meewerkt aan de verwijdering van de artikelen, wordt aan de veroordeling eveneens een dwangsom verbonden. De voorzieningenrechter gaat er vanuit dat, indien [verweerder] niet uit eigen beweging aan het gebod voldoet, [eiser] de minst bezwarende wijze van executie kiest, te weten het gebruik van de machtiging op grond van artikel 3:299 BW en pas subsidiair voor het innen van dwangsommen.
7.De beslissing
- Artikel 12 procedure tegen niet vervolging [naam 6] en [eiser]
- Ik hoop dat [naam 8] het nu een beetje begrijpt ….
- [naam 2] de meest corrupte politieman van NL