Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- het vonnis in het incident van 16 mei 2018 en de daaraan ten grondslag liggende stukken;
- de brief van de rechtbank van 11 juli 2018, waarbij een comparitie van partijen is bepaald;
- de zittingsagenda van 28 augustus 2018;
- de akte uitlaten aan de zijde van [naam 1] , met productie 4;
- de brief van 25 september 2018 aan de zijde van Guc, met producties 8 tot en met 11;
- het proces-verbaal van comparitie van 9 oktober 2018.
2.De feiten
verklaart met het oog op de uitoefening van zijn bedrijf dat gevestigd is op het al eerder genoemd bedrijfsadres, een overeenkomst van geldlening te zijn aangegaan voor in hoofdsom een bedrag van€ 15.000,-(zegge schrijvend vijftien duizend euro) met partij 2(Guc, toevoeging Rb)
.
3.Het geschil
4.De beoordeling
1.737,50(2,5 punt × tarief III € 695,00)