4.3.Beoordeling
Allereerst moet de rechtbank vaststellen wat er precies in de woning van de aangeefster is gebeurd nadat de verdachte de tie-wrap tevoorschijn had gehaald en of de verdachte de tenlastegelegde handelingen heeft verricht. Pas daarna komt de rechtbank toe aan de vraag hoe dit handelen juridisch moet worden geduid.
Wat is er gebeurd?
De rechtbank ziet geen aanleiding om te twijfelen aan de juistheid van de verklaring van de aangeefster dat de verdachte de tie-wrap over haar hoofd en rond haar hals heeft gedaan en dat de verdachte, nadat de aangeefster de tie-wrap had afgedaan, met zijn handen de aangeefster bij haar keel heeft vastgepakt.
De politie was binnen enkele minuten nadat de aangeefster had gebeld ter plaatse. De aangeefster heeft toen al direct verklaard dat de verdachte, terwijl zij met haar rug naar hem toe stond, ineens een tie-wrap om haar nek deed, dat zij de tie-wrap weer over haar hoofd af kon doen en dat de verdachte vervolgens zijn handen om haar nek deed en haar probeerde te wurgen. De aangeefster is ook in latere verklaringen die zij heeft afgelegd bij de politie en de rechter-commissaris bij deze verklaring gebleven en heeft dus consistent verklaard. De rechtbank ziet in het dossier geen aanwijzingen voor beïnvloeding van haar waarneming of herinnering beïnvloed door stress of angst.
Voorts vindt haar gehele verklaring steun in andere bewijsmiddelen.
De verklaringen van de aangeefster en de verdachte komen nagenoeg overeen tot het moment waarop de verdachte de tie-wrap tevoorschijn haalde.
Dat de verdachte na het incident met de tie-wrap de aangeefster bij haar nek heeft gegrepen, wordt bevestigd door de verklaring van haar man, die dit heeft waargenomen toen hij de slaapkamer binnenkwam. De rechtbank volgt het verweer dat haar man dit vasthouden van de nek niet heeft kunnen waarnemen niet, nu hij de verdachte op zijn rug is gesprongen en dus van dichtbij heeft kunnen zien wat er gebeurde. Het vasthouden van de nek wordt ook ondersteund door de rode plekken in de nek van de aangeefster, waarvan de politie kort na het incident (ten tijde van de aangifte) foto’s heeft gemaakt. De rechtbank acht daarom de verklaring van de verdachte dat hij haar alleen tegen haar borst heeft geduwd, niet aannemelijk en gaat uit van de juistheid van de verklaring van de aangeefster.
Tot slot vindt de verklaring van de aangeefster steun in het feit dat zij op enig moment heeft geschreeuwd dat ze werd ‘vermoord’. Die woordkeuze is niet te rijmen met de verklaring van de verdachte dat hij enkel een tie-wrap toonde aan de aangeefster, maar past juist wel in de door de aangeefster beschreven situatie dat de verdachte haar met een tie-wrap probeerde te wurgen en toen dat niet lukte, hij zijn handen om haar nek deed. Dat was kennelijk het moment waarop de aangeefster besefte dat de verdachte haar wilde wurgen.
De rechtbank acht gezien het vorenstaande wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte een tie-wrap over het hoofd en rond de hals van de aangeefster heeft gedaan en met zijn handen de keel van de aangeefster heeft vastgepakt.
De intentie van de verdachte (opzet)
Het hiervoor bewezen verklaarde handelen van de verdachte, namelijk iemand van achteren benaderen en onverwachts een tie-wrap over het hoofd en rond de hals van die persoon doen, is naar zijn uiterlijke verschijningsvorm al geen begin van wurgseks, maar van handelen gericht op de dood van die persoon. Het is een feit van algemene bekendheid dat een aangetrokken tie-wrap niet kan worden losgemaakt, anders dan door deze door te knippen met een schaar of door te snijden met een scherp voorwerp. Desgevraagd heeft de verdachte ter zitting verklaard dat hij een dergelijk voorwerp niet bij zich had in de woning van de aangeefster. Dat het de verdachte nog niet was gelukt om de tie-wrap daadwerkelijk aan te trekken, komt slechts door de snelle reactie van de aangeefster en doet niet af aan het begin van uitvoering van handelen gericht op de dood.
Ook uit het feit dat de verdachte, nadat de aangeefster kans had gezien om de tie-wrap af te doen, met zijn handen de keel van de aangeefster heeft vastgepakt, leidt de rechtbank af dat de verdachte de aangeefster wilde wurgen, op wat voor manier dan ook. Dat de verdachte daarbij onvoldoende kracht heeft gezet om het vastpakken van de keel op zichzelf beschouwd als poging tot moord (of poging tot doodslag) te kwalificeren, doet daar niet aan af. Het vastpakken van de keel ziet de rechtbank als een onderdeel van de poging van de verdachte om de aangeefster te wurgen.
Dat de verdachte naar de aangeefster is gegaan met de intentie om haar te wurgen, leidt de rechtbank voorts uit de volgende feiten en omstandigheden af.
Op verscheidene gegevensdragers van de verdachte, zoals zijn Samsung en Motorola telefoons, computer en externe harde schijf, zijn vele bestanden en grote aantallen internetbookmarks en verwijzingen naar websites in de internetgeschiedenis aangetroffen, die zien op onderwerpen die veel verder gaan dan wurgseks, namelijk verwurging, moorden op prostituees, moorden, seriemoordenaars en zogenoemde snuff movies.Verder was de verdachte in het bezit van drie boeken die over verwurging handelen dan wel een titel dragen die daarop lijkt te duiden.
De verdachte heeft op 15 december 2017 rond 18.30 uur gebeld met de aangeefster met zijn Motorola telefoon. In de Motorola telefoon zat op dat moment een prepaid simkaart die, zo blijkt uit de historische verkeersgegevens, enkel is gebruikt op de avond van 15 december 2017. Deze simkaart is om 17:58 uur in de telefoon geplaatst en was actief tot 22:01 uur.
Uit onderzoek naar de internetgeschiedenis van zijn Samsung telefoon is gebleken dat de verdachte kort vóór het moment dat hij de aangeefster heeft gebeld, tussen 18.12 en 18.29 uur, heeft gezocht op onder meer de termen “vermoord kinky.nl” en “prostituee vermoord internet”, wat opvallend is omdat www.kinky.nl de website is waarop de aangeefster adverteerde met haar prostitutiewerkzaamheden.
Kort na het telefoontje naar de aangeefster heeft de verdachte op zijn Samsung telefoon gezocht op “kan politie prepaid traceren”, “achterhalen wie simkaart traceert” en “vermissing telefoongegevens opvragen”. Mede gelet op de door de verdachte gebruikte simkaart, wilde de verdachte kennelijk niet dat het telefoongesprek met de aangeefster naar hem kon worden getraceerd.
Vlak voordat de verdachte naar zijn afspraak met de aangeefster is gegaan, tussen 19.53 en 21.14 uur, heeft de verdachte ook thuis op zijn computer via Google.nl gezocht op de volgende termen: “wie heeft simkaart opgewaardeerd”, “prostituee vermoord online” en onopgeloste moorden Nederland”.
De verdachte heeft dus in de uren voorafgaand aan zijn afspraak met de aangeefster gezocht naar websites die verband houden met de moord op een prostituee.
Voorts zijn in de woning van de verdachte door hem zelf geschreven briefjes gevonden. Eén van de briefjes bevat een instructie in de vorm van een stappenplan hoe je een moord (op een prostituee) pleegt. De verdachte heeft onder meer geschreven: “betaal, kleed je uit, seks, pak tie-wrap uit zak, kill, bleek schoonm > lijk in tas.” Op een ander briefje heeft de verdachte een instructie geschreven hoe je na een moord, wederom gepleegd door middel van een tie-wrap (“Strike! met zip tie, pak nek v achteren”), van een lichaam afkomt zonder daarbij sporen achter te laten. Zo noemt hij “lijk in plastic > in tas”, “schoonmaken plek”, “dump telefoon” en later “loop bos in, graven, haal lichaam, goed kijken!” Ook heeft hij een lijstje gemaakt met spullen die daarvoor nodig zijn, zoals vuilniszakken, bleek, sponzen, tape, tie-wraps, handschoenen en een zaklamp. Een derde – half Nederlands, half Engelstalig – briefje bevat meer van dergelijke instructies en opmerkingen, zoals “no victim connection, kadaver smell car, heavy tie rips, don’t visit vict. website afterwards, bleach gebruiken”.
De verdachte had twee geprepareerde tie-wraps (met een extra uiteinde voor meer grip op het trekgedeelte, zodat de tie-wrap met grotere kracht kan worden aangetrokken), een muts en handschoenen bij zich in de woning van de aangeefster. De overige in de instructie genoemde goederen zijn aangetroffen in een tas op de bijrijdersstoel van de auto van de verdachte, waarmee hij naar de aangeefster is gereden en die in de directe omgeving van de woning van de aangeefster geparkeerd stond.
Maar bovendien zijn op de camera van de verdachte verscheidene videobestanden aangetroffen, die de verdachte van zichzelf heeft gemaakt en waarin hij met verschillende voorwerpen een paspop wurgt. Op één van de videobestanden is te zien dat de verdachte de door de aangeefster beschreven handelingen die de verdachte bij haar heeft verricht – en die ook in het in de woning van de verdachte aangetroffen stappenplan worden vermeld –, op de paspop verricht: de verdachte benadert, met ontbloot bovenlichaam, met een op dezelfde manier geprepareerde tie-wrap met grote lus de paspop van achteren en doet de tie-wrap over het hoofd en om de nek van de paspop. Daarna is te zien dat de verdachte de tie-wrap in een snelle beweging om de nek van de paspop strak aantrekt.
Het dossier bevat geen enkel aanknopingspunt voor de alternatieve verklaring van de verdachte dat hij wurgseks wilde hebben met de aangeefster. Integendeel, zoals uit het vorenstaande blijkt, wijst alles erop dat de verdachte naar de aangeefster is gegaan met het doel om haar te wurgen. Hij is die dag begonnen met de uitvoering van de eerder door hem op schrift gestelde stappenplannen om een prostituee met een tie-wrap te wurgen en heeft de voorbereidingen getroffen en de spullen meegenomen die volgens die stappenplannen nodig waren. In de woning van de aangeefster heeft hij tot in detail de handelingen verricht die hij eerder had geoefend op een paspop en die volgens zijn eigen verklaring ter zitting zagen op verwurging en niet van seksuele aard waren. Daar komt bij dat de verdachte ook zelf ter zitting heeft verklaard dat zijn fascinatie voor verwurging groter is dan zijn fascinatie voor wurgseks.
Het verweer van de verdachte dat hij de genoemde bestanden heeft bekeken en de briefjes en videobestanden heeft gemaakt omdat hij een misdaadverhaal of documentaire wilde maken, heeft hij niet met concrete feiten onderbouwd en vindt geen steun in het dossier. De briefjes betreffen bovendien duidelijk stappenplannen en dus een soort instructies en lijken niet op een beschrijvend script. Dat verweer wordt daarom als niet aannemelijk verworpen.
De rechtbank acht gelet op al het voorgaande wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de intentie had om de aangeefster te wurgen en dus opzet had op haar dood.
Ten overvloede overweegt de rechtbank dat zij het verweer van de verdachte dat hij meende een afspraak te hebben gemaakt met een andere prostituee, die wel aan wurgseks deed, niet aannemelijk acht. Uit het dossier is gebleken dat de verdachte kort vóórdat hij belde met de aangeefster, rond 18.12 uur, haar advertentie “ [schuilnaam slachtoffer] ” op kinky.nl heeft bezocht. Niet gebleken is dat hij toen ook advertenties van andere prostituees heeft bekeken. In de advertentie van [schuilnaam slachtoffer] was haar telefoonnummer te vinden en het bedrag van € 80,- dat zij rekende voor een half uur “normale” seks. De verdachte heeft bij binnenkomst € 80,- aan de aangeefster betaald. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de verdachte precies wist met welke prostituee hij had afgesproken.
Voorbedachte raad
Zoals uit hetgeen hiervoor is overwogen blijkt, had de verdachte een vooropgezet plan om de aangeefster van het leven te beroven en is hij met dat doel naar haar toe gegaan.
De verdachte heeft dus niet in een ogenblikkelijke gemoedsopwelling gehandeld en hij heeft zich gedurende enige tijd kunnen beraden op zijn genomen besluit, zodat hij de gelegenheid heeft gehad na te denken over de betekenis en de gevolgen van zijn voorgenomen daad en zich daarvan rekenschap te geven. Op grond hiervan worden vastgesteld dat de verdachte met voorbedachte raad heeft gehandeld.
4.3.1.Conclusie
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte, opzettelijk en met voorbedachten rade, geprobeerd heeft de aangeefster te vermoorden.