Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[eiser 1],
[eiser 2],
[eiser 3],
1.[gedaagde] , tevens handelende onder de naam [handelsnaam] ,
1.[gedaagde] , tevens handelende onder de naam [handelsnaam] ,
ALTERS- UND HINTERLASSENENVERSICHERUNG (AHV),
1.[gedaagde] , tevens handelende onder de naam [handelsnaam] ,
1.De procedure
2.De verdere beoordeling
- of een of meer van de vorderingen van de eisende partijen ten opzichte van [gedaagde] en/of Ritter ter zake van de aanvaring die op 16 oktober 2013 plaats vond op de Nieuwe Maas in de gemeente Ridderkerk tussen het motorjacht ‘ [naam motorjacht] ’ en het motortankschip ‘ [motortankschip] ’ zijn verjaard; en
- of en in hoeverre [gedaagde] en/of Ritter aansprakelijk zijn voor de schade ten gevolge van die aanvaring.
- dat de rechtbank in deze internationale gevallen bevoegdheid heeft;
- dat op 16 oktober 2013 rond 10:56 uur op de Nieuwe Maas in de gemeente Ridderkerk een aanvaring heeft plaats gevonden tussen het Duitse motortankschip ‘ [motortankschip] ’ en het Zwitserse motorjacht ‘ [naam motorjacht] ’; dat deze beide schepen binnenschepen zijn;
- dat van toepassing zijn:
3.De beslissing
rol van 22 januari 2020voor het nemen van aktes als bedoeld in: