Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord in conventie, tevens eis in reconventie
- de akte houdende overlegging nadere producties en wijziging van eis
- de antwoordakte in conventie, tevens akte wijziging conclusie in conventie en (voorwaardelijke) eis in reconventie
- de conclusie van antwoord in reconventie
- de brief van de griffier van 3 augustus 2018 over hetgeen ter comparitie van partijen aan de orde zal worden gesteld
- het proces-verbaal van comparitie van 25 september 2018 en de daarin genoemde stukken
- het commentaar van [naam 1] op het (buiten afwezigheid van partijen) opgemaakte proces-verbaal
- de brief van 15 november 2018 van de rechtbank aan [naam 2] , waarmee aan [naam 2] haar processtuk wordt geretourneerd dat niet alleen haar commentaar bevat op het proces-verbaal, maar ook een – ongeoorloofde – nadere conclusie
- de overgelegde producties.
2.De feiten
3.Het geschil
Primair:
Primair en subsidiair:
Besluit waardevaststelling netten voor elektriciteit en voor gastransport(hierna: Besluit Waardevaststelling) is [naam 1] bevoegd om te vorderen dat de waarde van de tegenprestatie voor het Elektriciteitsnet en het Gasnet worden vastgesteld. Deze tegenprestatie dient door de rechtbank te worden bepaald met inachtneming van art. 13 van de Elektriciteitswet 1998, artikel 5 van de Gaswet en de criteria vastgelegd in artikel 9 van het Besluit Waardevaststelling en na raadpleging van een deskundige
- een volledige schadeloosstelling vanwege onteigening van de netten
- de marktwaarde van de netten in een going-concern situatie inclusief de leveringsactiviteiten, in het normale commerciële verkeer;
- onder de hypothese dat alle benodigde vergunningen zijn verleend, derhalve onder abstractie van de aanwijzing van [naam 1] als netbeheerder, althans onder beëindiging van de ontheffing;
- waardering op grond van de discounted cashflowmethode (DCF) bij going concern;
4.De beoordeling
in conventie en reconventie
economische eigendomvan haar Elektriciteitsnet aan de netbeheerder over te dragen. Economische eigendom wordt gedefinieerd in artikel 1 sub aa van de Elektriciteitswet 1998:
niet-ontvankelijkverklaringvolgen, zoals [naam 2] voorstaat. Voor niet-ontvankelijkverklaring is slechts plaats indien op processuele gronden niet aan een behandeling van de zaak ten principale wordt toegekomen (vgl. HR 9 juli 2010, ECLI:NL:HR:2010:BM2337). Dat is niet aan de orde, nu het hier om een materiële beoordeling gaat.
technischekanten van de waardering (zoals de ouderdom en de onderhoudstoestand van het Elektriciteitsnet, gestelde slechte bereikbaarheid van de kabels en ernstige verzakkingen etc.) gaat de rechtbank thans voorbij. Daarvoor zal de rechtbank nu juist een deskundige benoemen. Partijen hebben het recht om - ook over deze technische aspecten - opmerkingen te maken en verzoeken te doen aan de te benoemen deskundige. Als een partij zich vervolgens niet kan vinden in enig aspect van het deskundigenrapport, kan zij daar alsnog op terugkomen bij de rechtbank.
juridischekanten van de waardering oordeelt de rechtbank als volgt.
doelmatigzijn.
Beleidsregel ACM beoordeling doelmatige kosten van niet reguliere uitbreidingsinvesteringen, Stcrt. 2017, 62627) dat sprake is van doelmatige kosten reeds omdat de rechter een beslissing neemt uit hoofde van het Besluit Waardevaststelling (zoals in de onderhavige procedure). Het komt er dus op neer dat de ACM toestaat aan [naam 1] om het bedrag aan tegenprestatie terug te verdienen dat de rechtbank (wellicht) aan [naam 1] zal opleggen in deze procedure. De mogelijkheid om een investering terug te kunnen verdienen is, als gezond bedrijfseconomisch uitgangspunt, vanzelfsprekend een factor van belang bij de vaststelling van de tegenprestatie.
Beleidsregel ACM beoordeling doelmatige kosten van niet reguliere uitbreidingsinvesteringen.
Dat houdt in dat bij de waardebepaling voor de overdracht van het Particuliere Net [aan [naam 1] ] dan ook als basis moet worden uitgegaan van de gestandaardiseerde activawaarde (GAW) zoals deze voor regionale netbeheerders wordt bepaald met inachtneming van de Regulatorische Accounting Regels (RAR) van ACM.”
overeenkomst, fusie of splitsingvoor doet.
bovengrondsenetten. De rechtbank zal in beginsel een persoon van [naam bedrijf] als deskundige te benoemen, indien [naam bedrijf] de rechtbank desgevraagd zal bevestigen over de nodige deskundigheid voor de waardering van ondergrondse netten te beschikken. Het geniet echter de voorkeur dat partijen (die de markt beter zullen kennen dan de rechtbank) toch met een gezamenlijk voorstel voor een deskundige komen. Daarom zal de rechtbank de zaak daartoe naar de rol verwijzen.
technischestaat van het Elektriciteitsnet, vanzelfsprekend, van invloed zal zijn zowel op de levensduur als op de te verwachten opbrengst. Hetzelfde oordeel geldt voor de
juridischestaat van het Elektriciteitsnet (volgens [naam 1] bestaat daar deels onduidelijkheid over vanwege de vestiging van zakelijke rechten). De vragen zullen, met inachtneming van het wettelijk kader en de door de rechtbank reeds gegeven oordelen, komen te luiden als hierna vermeld (na het oordeel over het Gasnet):
https://www.rechtspraak.nl/SiteCollectionDocuments/Leidraad-deskundigen-WT.pdf).
uiterlijk de dag waarop een beschikking tot aanwijzing van Onze Minister in werking treedt.’ Voor wat betreft het Elektriciteitsnet was deze datum door de minister aanvankelijk vastgesteld op 20 december 2018. Op die datum moest dan ook de economische eigendom overgaan. Later heeft de minister deze datum verschoven naar 1 januari 2020 vanwege de (naar de rechtbank erkent: onwenselijk lange) doorlooptijd van de onderhavige procedure. Voor het onverhoopte geval dat de rechtbank ook dan nog geen eindvonnis mocht hebben gewezen geeft de rechtbank partijen in overweging om de economische overdracht toch tegen die datum te bewerkstelligen, zonodig onder het stellen van een bankgarantie door [naam 1] als waarborg voor haar eventuele betalingsverplichting. Deze kwestie is overigens urgenter bij het Gasnet, zoals hierna zal blijken.
.
het Elektriciteitsnet op de datum 1 januari 2020,
het Gasnet op de datum 1 mei 2019,
overgang van ondernemingin arbeidsrechtelijke zin;
5.De beslissing
2 januari 2019voor uitlating van partijen over de persoon van de deskundige,