Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 23 augustus 2017;
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek tevens wijziging van eis;
- de conclusie van dupliek;
- het tussenvonnis van 4 mei 2018 waarbij de zaak is verwezen naar de rechtbank Rotterdam, kamer voor kantonzaken, locatie Dordrecht;
- het tussenvonnis van 24 mei 2018 waarin een comparitie van partijen is gelast;
- de aantekening van de griffier dat de comparitie van partijen op 17 september 2018 is gehouden;
- de overgelegde producties.
2.De feiten
Vastgesteld is dat de politiemedewerker ten behoeve van de uitvoering van zijn politietaak, volgens artikel 7 van de Wet politiegegevens, informatie mag verstrekken. Echter in dit geval had de betrokken politiemedewerker moeten volstaan met de vraag of de heer [eiser] werkzaam is bij de Eneco. Alle overige informatie verstrekken is overbodig en niet gepast. Ik bied u daarvoor mijn excuses aan.”