Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Het verloop van de procedure
13 november 2018 namens gedaagde met twee producties.
2.De vaststaande feiten
3 kinderen, van wie de derde in november 2017 in Turkije is geboren.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 28 november 2018 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Stichting Woonplus Schiedam (eiseres) en een huurder (gedaagde) over de buitengerechtelijke ontbinding van de huurovereenkomst. De huurder had de woning sinds november 2016 niet bewoond, omdat hij met zijn gezin in Turkije verbleef. Tijdens zijn afwezigheid werd in de woning een hennepplantage aangetroffen, wat leidde tot een sluitingsbesluit van de burgemeester van Schiedam. Eiseres ontbond de huurovereenkomst op grond van artikel 7:231 lid 2 BW, omdat de huurder zijn verplichtingen niet nakwam. De huurder betwistte de ontbinding en voerde aan dat hij niet op de hoogte was van de hennepkwekerij en dat de ontbinding disproportioneel was. De kantonrechter oordeelde dat eiseres een spoedeisend belang had bij de ontruiming en dat de buitengerechtelijke ontbinding gerechtvaardigd was. De rechter wees de vordering tot ontruiming toe, met een termijn van veertien dagen na opheffing van de sluiting door de burgemeester.