In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 23 augustus 2018 een beschikking gegeven in een verzoek tot vervangende toestemming voor verhuizing, ingediend door de vrouw. De vrouw, bijgestaan door haar advocaat mr. P.A. van Hecke, verzocht toestemming om met de minderjarigen te verhuizen naar Amsterdam, binnen een straal van 15 kilometer van het trainingscomplex van Ajax. De man, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. N.J. Glen-Boedhram, voerde gemotiveerd verweer en stelde dat de verhuizing niet in het belang van de kinderen was. De rechtbank heeft de procedure in detail behandeld, waarbij de belangen van de minderjarigen voorop stonden. De rechtbank overwoog dat de noodzaak voor de verhuizing niet was aangetoond en dat de vrouw onvoldoende had onderbouwd hoe het contact tussen de man en de kinderen gewaarborgd zou blijven na de verhuizing. De rechtbank concludeerde dat de vrouw niet had aangetoond dat de verhuizing in het belang van de minderjarigen was en wees het verzoek af. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat elke partij zijn eigen kosten droeg.