Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[gedaagde 1] ,
[gedaagde 2] ,
3.[gedaagde 3] ,
[gedaagde 4] ,
[gedaagde 5] ,
ZEKER FINANCIELE ZORGVERLENING B.V.,in haar hoedanigheid van bewindvoerder over de (toekomstige) goederen van
[gedaagde 5] ,
1.Het verdere verloop van de procedure
- het tussenvonnis van 27 juni 2018;
- de drie exploten van dagvaarding van 3 juli 2018;
- het exploot van dagvaarding van 4 juli 2018;
- de aantekening dat op 18 juli 2018 tegen gedaagden sub 3 tot en met 6 verstek is verleend;
- de conclusie van antwoord in reconventie van 18 juli 2018;
2.De (verdere) feiten in conventie en in reconventie
3.De (verdere) beoordeling in conventie en in reconventie
slechts aanhangig gemaakte echtscheidingniet onder deze bepaling. In de verhouding tussen de vader en de moeder was echter geen sprake meer van een
slechts aanhangig gemaakte echtscheiding, nu bij beschikking van 22 juli 2016 immers de echtscheiding tussen beiden is uitgesproken. Omdat de echtscheidingsbeschikking nooit is ingeschreven, was de vader ten tijde van het overlijden van de moeder formeel-juridisch gezien nog haar echtgenoot.