ECLI:NL:RBROT:2018:9436
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Faillietverklaring op eigen aangifte van een besloten vennootschap zonder baten
Op 28 september 2018 heeft de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, hierna aangeduid als 'de aangeefster', een verzoek tot faillietverklaring op eigen aangifte ingediend bij de rechtbank Rotterdam. De aangeefster verkeert in een toestand van te hebben opgehouden te betalen, wat voldoet aan de eisen van de Faillissementswet. Echter, tijdens de zitting op 2 oktober 2018, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. M.M. de Jong, werd duidelijk dat de aangeefster geen activa heeft en dat er geen debiteuren, onroerende zaken of personeel zijn. De bedrijfsactiviteiten zijn gestaakt en er zijn geen aanwijzingen dat er in de toekomst baten te verwachten zijn. Dit leidt de rechtbank tot de conclusie dat er geen te executeren vermogen is, en dat het faillissement waarschijnlijk snel zal worden opgeheven door de curator vanwege het gebrek aan baten en de oplopende faillissementskosten.
De rechtbank overweegt dat de aangeefster, op basis van artikel 2:19 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek, mogelijk kan worden ontbonden door een besluit van de algemene vergadering van aandeelhouders. Indien de rechtspersoon op het moment van ontbinding geen baten meer heeft, houdt deze op te bestaan. De rechtbank concludeert dat de aangeefster onvoldoende belang heeft bij het verzoek tot faillietverklaring, aangezien de schuldenlast alleen maar zal toenemen door de werkzaamheden van de curator. De rechtbank verklaart de aangeefster niet-ontvankelijk in haar verzoek tot faillietverklaring.