ECLI:NL:RBROT:2018:9382
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- H.M. van de Ven
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige daad en bewijslevering bij aanrijding tussen voetganger en auto
In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Rotterdam, heeft eiseres een vordering ingesteld op grond van artikel 6:162 BW, naar aanleiding van een gestelde aanrijding op het Oostplein tussen haar en een auto, vertegenwoordigd door Achmea Schadeverzekeringen N.V. De eiseres, vertegenwoordigd door mr. A. Rhijnsburger, heeft haar vordering onvoldoende onderbouwd, ondanks de betwisting door de gedaagde partij, vertegenwoordigd door mr. A.L. Mijnssen. De comparitie van partijen vond plaats op 9 oktober 2018, waarbij de kantonrechter de stelplicht en bewijslast bij eiseres heeft gelegd. Eiseres heeft nagelaten om relevante bewijsstukken in te brengen ter onderbouwing van haar claims, waaronder medische rapportages en bewijs van schade. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er geen bewijslevering aan eiseres wordt verstrekt, omdat zij niet in staat is geweest om de gestelde onrechtmatige daad en het causaal verband met de schade aan te tonen. De vordering van eiseres is afgewezen, en zij is veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde partij, vastgesteld op € 900,00 aan salaris voor de gemachtigde. Het vonnis is uitgesproken op 9 november 2018.