Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 30 augustus 2016, met producties;
- de conclusie van antwoord, met producties;
- de brief van de rechtbank van 21 december 2016 waarbij partijen zijn opgeroepen voor de comparitie van partijen;
- de brief van de rechtbank van 5 april 2017 waarbij aan partijen een zittingsagenda is toegestuurd;
- de brief van mr. Buitelaar van 3 mei 2017 waarbij producties 19 tot en met 23 van Sol zijn overgelegd;
- de van de zijde van Sol overgelegde notitie met juridische standpunten ten behoeve van de comparitie van partijen;
- het proces-verbaal van de op 18 mei 2017 plaatsgevonden comparitie van partijen;
- de notities ten behoeve van de comparitie, van mr. Buitelaar;
- de spreekaantekeningen van mr. Esseling, de behandelend advocaat van [gedaagde 1] en Kordes;
- de bij brief van 14 juni 2017 van de zijde van Sol gemaakte opmerkingen over het proces-verbaal van de comparitie;
- de bij brief van 16 juni 2017 van de zijde van [gedaagde 1] en Kordes gemaakte opmerkingen over het proces-verbaal van de comparitie.
2.De feiten
2. De verkoper is niet aansprakelijk voor schade veroorzaakt door overmacht als bedoeld in artikel 8 lid 1.
(…)
4. Schadevergoeding bij een klacht kan alleen plaatsvinden, indien de klacht conform artikel 10 is ingediend, terecht blijkt te zijn en er sprake is van verwijtbaarheid of bewuste nalatigheid van de verkoper. Bovendien zal schadevergoeding beperkt zijn tot het gedeelte van het geleverde waar de klacht betrekking op heeft.
Ralstonia solanacearum(hierna: Ralstonia) in het monster is aangetroffen.
Ralstonia solanacearumvastgesteld. Dit organisme vormt een ernstige bedreiging voor de teelt en export van diverse land- en tuinbouwgewassen.
- planten van Rosa spp., cultivar Akito, welke op dezelfde mat staan als waarvan het verdacht monster is genomen,
- De op uw bedrijf voor de teelt en verwerking van Rosa snijbloemen gebruikte installaties, teelt- en watergeefsystemen, transportmiddelen, werktuigen, gereedschappen, materialen of andere voorwerpen die voor de teelt van rozen snijbloemen zijn of worden gebruikt.
- De overige planten Rosa op uw bedrijf waarin de bacterie niet is aangetoond.
Ralstonia solanacearum. Planten met symptomen dienen direct te worden gemeld bij de NVWA.
2. U bent verplicht om de als besmet aangemerkte planten op fytosanitair verantwoorde wijze te vernietigen volgens een door NVWA goedgekeurde methode op een door NVWA goedgekeurde bestemming. (…) Na verwijderen van deze planten dient het betreffende kasgedeelte en de hiervoor genoemde besmet verklaarde installaties en apparatuur, ten genoegen van de inspecteur van de NVWA gereinigd en ontsmet te worden.
Ralstonia solanacearumin een beperkt aantal van de door [gedaagde 1] geleverde planten zit. Deze bacterie is zeer besmettelijk. De schade voor (…) Sol (…) kan zeer omvangrijk worden, indien ook in de overige planten Ralstonia zit. De NVWA heeft de niet-geruimde planten op ons bedrijf als waarschijnlijk besmet verklaard. De LTO houdt rekening met een schadebedrag van € 100,00 per vierkante meter. Teneinde de schade zoveel mogelijk te beperken, zijn wij op 30 oktober 2015 direct tot ruiming en vernietiging van de besmet verklaarde planten (één mat) overgegaan en hebben wij dat deel van de kas ontsmet. De vrees bestaat echter – gelet op de besmettelijkheid van de bacterie – dat in de niet-geruimde planten ook Ralstonia zit.
Ralstonia solanacearumaantasting in rozenteelt.
Ralstonia solanacearumis in de EU een quarantaine-organisme. Deze organismen zijn schadelijk en moeten worden bestreden. Om deze reden is er door de NVWA al veel onderzoek gedaan op het bedrijf van Gebr. Sol VOF.
Naar aanleiding van de klacht over het teeltmateriaal bezocht onze keurmeester, de heer A. Böhm, op 16 november 2015 het bedrijf van Gebr. Sol B.V.
Uit dit onderzoek (…) kwamen de volgende feiten naar voren;
De planten leken wat ‘geforceerd opgekweekt’ wat zich uitte in veel vochtblaadjes. Ook waren er behoorlijk wat planten met een ‘bruin pootje’. Er werden slechte planten uitgeselecteerd en dit werd gemeld aan de heer Volkering van Kordes (…).
Tijdens de teelt bleek er in 1 mat wat uitvalsverschijnselen te zijn. Nadat er een monster werd ingestuurd naar BLGG, rapporteerde BLGG op 24 september 2015 dat er
Ralstonia solanacearumwerd aangetoond in het monster. Naar aanleiding van dit onderzoek werd de NVWA geïnformeerd over de besmetting.
Gebroeders Sol VOF geeft aan dat voor de leveringen een leveringsovereenkomst werd gesloten met Kordes (…). Deze partijen werden dus in “onderaanneming” door [gedaagde 1] opgekweekt.
Op het bedrijf staan er naast ‘Akito’ ook een aantal andere kleinere partijen geleverd door [gedaagde 1] ;
Ras ‘Lucky Red’ stek geleverd 21-5-2015 aantal 1.456
Ras ‘Cupcake’ stek geleverd 25-8-2015, 297 stuks
Ras ‘112263-07’, stentling (…) op 3-6-2015, 140 stuks
Ralstonia solanacearumwerd aangetoond.
geen bijzonderhedenwerden waargenomen. De planten werden voor aflevering door [gedaagde 1] beoordeeld als “prima”. Het plantmateriaal voldeed op het moment van leveren dan ook aan alle eisen die gesteld worden. Visueel is er niets waargenomen en werden de planten visueel gezond afgeleverd. Op dat moment was er in de sector nog niet bekend dat er
Ralstonia solanacearumbacteriën in roos voorkwamen en dat deze in een later stadium schade zou kunnen brengen aan het productiegewas. Tijdens de bedrijfscontrole door Naktuinbouw is in de betreffende periode niets waargenomen dat een relatie zou kunnen hebben tot de problemen geconstateerd bij Gebroeders Sol VOF.
(…)
Ralstonia solanacearumblijkt dat het aannemelijk is dat er latente besmettingen aanwezig waren in het betreffende plantmateriaal.
€ 1.717.080,00 opbrengstderving 2016 en € 871.752,00 geprognosticeerde opbrengstderving 2017.
3.De vordering
primairI. te verklaren voor recht dat [gedaagde 1] en Kordes toerekenbaar tekortgeschoten zijn
II. [gedaagde 1] en Kordes hoofdelijk te veroordelen tot betaling aan Sol van € 2.736.884,05 vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 15 juni 2016;
subsidiair
3.2.1. [gedaagde 1] en Kordes zijn toerekenbaar tekortgeschoten in de nakoming van hun verplichtingen jegens Sol, althans hebben onrechtmatig gehandeld jegens Sol door plantmateriaal te leveren dat besmet was met Ralstonia. De geleverde plantmaterialen voldeden niet aan de overeenkomst omdat ze niet vrij waren van quarantaine organismen. Het geleverde plantmateriaal was daarmee niet vrij van gebreken in de zin van 7:17 BW.
4.Het verweer
5.De beoordeling
Voor een geslaagd beroep op overmacht is nodig dat de tekortkoming niet te wijten is aan schuld van de tekortschietende partij en ook niet op grond van wet, rechtshandeling of in het verkeer geldende opvattingen voor zijn rekening komt.
Bij de beoordeling van deze stellingen van Sol gaat de rechtbank er allereerst veronderstellenderwijs van uit dat toepasselijkheid van de Plantumvoorwaarden is overeengekomen. De toepasselijkheid van die voorwaarden wordt door Sol in het kader van andere door haar bepleite standpunten namelijk juist betwist.
De conclusie luidt dan ook dat voor toerekening krachtens rechtshandeling op grond van hetgeen Sol daarover naar voren heeft gebracht geen plaats is.
heeft betwist dat werkzaamheden zijn verricht die een vergoeding van buitengerechtelijke kosten rechtvaardigen, anders dan de vergoeding die daarvoor in de proceskostenveroordeling is ingesloten.