ECLI:NL:RBROT:2018:9239
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Poging doodslag met noodweer als verweer in Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 31 oktober 2018 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van poging tot doodslag. De verdachte, wiens naam niet is vermeld, werd beschuldigd van het opzettelijk proberen een persoon genaamd [slachtoffer] van het leven te beroven op 30 juli 2017. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een worsteling heeft plaatsgevonden tussen de verdachte en het slachtoffer in de woning van de verdachte, waarbij het slachtoffer een steekverwonding heeft opgelopen. De rechtbank heeft de verklaringen van zowel de verdachte als het slachtoffer beoordeeld en geconcludeerd dat de verdachte tijdens de worsteling een mes heeft gepakt en het slachtoffer heeft gestoken. De rechtbank heeft echter ook rekening gehouden met het verweer van de verdachte, die zich op noodweer beriep. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich in een situatie bevond waarin zij zich moest verdedigen tegen een wederrechtelijke aanranding door het slachtoffer, die in een geagiteerde toestand haar woning was binnengedrongen. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verdachte met haar handelen heeft voldaan aan de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit, en heeft daarom het beroep op noodweer geaccepteerd. De rechtbank heeft de verdachte ontslagen van alle rechtsvervolging, omdat het bewezen verklaarde feit niet strafbaar was.