Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.De procedure
2.De vaststaande feiten
3.De beoordeling
- de noodzaak om te verhuizen;
- een goede voorbereiding van de verhuizing;
- het aanbieden van alternatieven of compensatie voor de verminderingen van de contactmogelijkheden met de andere ouder;
- de extra kosten van contact na de verhuizing;
- de bestendigheid van de nieuwe relatie van de verhuizende ouder;
- de mate waarin ouders nog in staat zijn tot overleg.
weet jij al wanneer je naar Apeldoorn of Arnhem of waar wil gaan verhuizen. Ik vraag dat omdat ik me wil inschrijven voor een woning.”.Uit dit bericht leidt de rechtbank af dat de vrouw wist van en geen bezwaar maakte tegen een verhuizing van de man dichter in de buurt van Apeldoorn en dat laatste is het geval met een verhuizing naar Amersfoort.
- welke verdeling van de zorg- en opvoedingstaken, waarbij de minderjarigen onbelast contact hebben met beide ouders, wordt het meest in het belang van de minderjarigen geacht en wat wordt daarbij van de ouders verwacht?
- hoe kan de relatie tussen [voornaam minderjarige 2] en de vrouw verbeterd worden?
4.De beslissing
- de minderjarigen verblijven bij de vrouw om de week van donderdagmiddag (na school) tot zondag 17.00 uur, alsmede de helft van de schoolvakanties.
- in de zomervakantie 2018 zullen de minderjarigen van zondag 22 juli tot en met zondag 5 augustus bij de vrouw (al dan niet in het buitenland) verblijven en [voornaam minderjarige 2] zal daarnaast van woensdag 8 augustus tot zondag 12 augustus 2018 bij de vrouw verblijven in verband met een bezoek aan Parijs;
na de zomervakantie 2018 aanvangt met haar werkzaamheden en uiterlijk acht weken daarna (15 oktober 2018)in de tussen partijen lopende echtscheidingsprocedure (
met zaak-en rekestnummer C/10/545261 / FA RK