Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[eiser 3],
[eiser 4],
[eiser 5],
[eiser 6],
1.De procedure
- het vonnis in het incident tot voeging van 29 november 2017, alsmede de daaraan ten grondslag liggende stukken,
- de conclusie van eis in het incident, met producties 1 tot en met 5,
- de conclusie van antwoord in het incident, met producties 82 tot en met 98,
- de akte houdende overlegging aanvullende producties van NN, met producties 6 tot en met 8,
- de door Wakkerpolis c.s. ten behoeve van het pleidooi overgelegde productie 99,
- het op 6 juni 2018 gehouden pleidooi in het incident en de ter gelegenheid daarvan overgelegde stukken.
2.De feiten
3.Het geschil in het incident
governanceheeft ingericht, haar deelnemers heeft geworven en gecontracteerd, de geldstromen heeft georganiseerd en deze procedure heeft ingestoken.
Daarnaast zijn de individuele eisers niet-ontvankelijk om dezelfde redenen als de Stichting niet-ontvankelijk is, namelijk: de belangen van de polishouders zijn onvoldoende gewaarborgd, er is geen rechtvaardiging voor de aanvullende rechtbescherming van een collectieve 305a-vordering en er is geen rechtens te respecteren belang bij de procedure (welke niet-ontvankelijkheidsgronden evenzeer gelden voor de BV, die bovendien ook evident niet optreedt als vereniging of stichting).
4.De beoordeling
In het incident
- welke overige werkzaamheden heeft de organisatie verricht om zich voor de belangen van betrokkenen in te zetten en heeft de organisatie in het verleden ook daadwerkelijk doelstellingen kunnen realiseren,
- indien sprake is van een ad hoc organisatie, is deze opgericht door een reeds bestaande organisatie die in het verleden succesvol de belangen van de betrokkenen heeft behartigd,
- hoeveel benadeelden zijn aangesloten bij de organisatie en in hoeverre ondersteunen zij de collectieve actie, en
- voldoet de organisatie aan de principes uit de Claimcode.
governancestructuur van de Stichting naar het oordeel van de rechtbank op dit moment nog niet aan de eisen die daaraan gesteld mogen worden om te voorkomen dat de commerciële belangen van [persoon 1] prevaleren boven de belangen van de bij de Stichting aangesloten verzekeringnemers.
governanceop zichzelf, in het licht van de Claimcode, onvoldoende waarborgen biedt, deze waarborgen op andere wijze worden geboden. In dat verband is van belang dat, in het algemeen, de financiering van collectieve acties een probleem is waarvoor verschillende oplossingen bestaan.
governancevan de Stichting de belangen van de polishouders onvoldoende gewaarborgd zijn. Voor de huidige ontvankelijkheid van de Stichting in deze procedure is dat echter, gelet op de vorderingen in de hoofdzaak, niet relevant.
5.De beslissing
28 november 2018voor conclusie van antwoord,