Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 8 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar.
4.Waardering van het bewijs
5.Strafbaarheid feiten
1. afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
2. afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
3. diefstal, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.Vordering benadeelde partij
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 24 (vierentwintig) maanden;
groot 8 (acht) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechtbank later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van de proeftijd, die hierbij wordt gesteld op
2 jaar, na te melden voorwaarde overtreedt;
€ 24.627,23 (zegge: vierentwintigduizend zeshonderdzevenentwintig euro en drieëntwintig cent), bestaande uit € 22.127,23 (tweeëntwintigduizend honderdzevenentwintig euro en drieëntwintig cent) aan materiële schade en € 2.500,00 (tweeduizend vijfhonderd euro) aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 11 februari 2017 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij
[naam benadeelde]te betalen
€ 24.627,23 (hoofdsom,
zegge: vierentwintigduizend zeshonderdzevenentwintig euro en drieëntwintig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 11 februari 2017 tot aan de dag van de algehele voldoening;
zegge: vierentwintigduizend zeshonderdzevenentwintig euro en drieëntwintig cent), vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van